Wednesday, December 30, 2009

Angermanagement….. ….. of het stukje dat nergens over gaat.

Eigenlijk wilde ik een stukje schrijven over alle dingen die ik nooit zou doen, die ik nu wel doe, zoals een paar sokken kopen bij de Zeeman, of voor gek fietsen in zo’n strak fietspak, of een fietshelm, of Ugg’s, maar die dingen kan ik beter bewaren voor zo’n lege dag als ik niets te doen heb en het regent. Vandaag heb ik echt iets te melden!
De feiten….
Vanmorgen fietste ik naar mijn werk, voor een aantal dagen heb ik een klusje in Amsterdam Zeeburg, zo’n beetje aan de andere kant van de stad. De eerste dag dat ik daar moest werken lag er een pak sneeuw, dit lag er meerdere dagen, een aantal dagen niet, dat was toen ik vrij was. Ik heb drie racefietsen, een stalen, een tripple en een compact. Ik heb geen gewone fiets en ik rijd geen auto.
Het liefst rijd ik rond de 26 a 30 km per uur door de stad, negeer ik stoplichten en heb ik muziek aan. Dit doe ik niet altijd want er zijn ook dagen dat ik verstandig ben.
Ik krijg er een kick van om tussen auto’s te rijden, dit is begonnen toen ik in NYC zat en ik alles met de fiets deed. Ik vind het cool en stoer om met naaldhakken op een racefiets te zitten, dat is een mooi contrast en ik vind dat “Rock ’n Roll”.
Een baanfiets is niet voor op de baan, maar wat die veertigers nu doen in de stad is ook niet cool, want het hele land doet het al, dus de baanfiets moet een aantal jaar binnen blijven, of je moet er heel goed in zijn, ik ben dat niet, dus ik heb geen baanfiets, ik leen deze liever. Een stuur dat hoger of op gelijke hoogte als het zadel zit is voor sukkels en moderne stadsfietsen zijn allesbehalve cool, het lijkt net alsof mensen met hun handen boven hun hoofd rijden . Mountainbikes met noppenbanden zijn voor omstandigheden buiten de stad, wijdbeens hierop door de stad scheuren staat gelijk aan korfbal en is “not done”.

Het verhaal…. ..of de emotie en het drama
Kijk ik snap ook wel dat het niet logisch is wat ik doe, op mijn racefiets, met een rokje aan naar mijn werk fietsen en niet zeiknat van het zweet aan willen komen. Ik dacht eerst ook dat je op een racefiets perse heel snel moest fietsen. Naar de Appie voor mijn weekboodschappen met een mega rugtas op de racefiets lijkt misschien niet handig. Met mijn gladde banden door de stadssneeuw, die inmiddels grijze ijspulp is, is voor een buitenstaander misschien gekkenwerk, maar IK WEET WAT IK DOE!!!
Vanmorgen werd ik ingehaald door een oude man op een gewone fiets, ja zo’n eentje waarbij je stuur een meter boven je zadel zit, met een strakke Craft broek aan en overschoenen. Waarom doet die man dat? Ik begrijp dat niet. En tegelijkertijd staat het schaamrood mij op de kaken want ik word ingehaald, ik ben immers de fietser, toch? Of dan een huisvrouw op een oopoe fiets met kinderen die met dertig zich helemaal suf trapt door de stad, dat is toch niet leuk meer? Voordat ik ging fietsen deed ik dat ook altijd, ik had een oopoe fiets met een mand voorop met een hond erin en maar hard trappen. Sinds ik uren op de weg rijd heb ik het niet meer nodig om stuk te gaan van stoplicht A naar stoplicht B, dat ritje naar mijn werk in de ochtend is ontspanning. Daarbij, vanavond op de terugweg scheur ik op de weg en hang ik aan een auto als ik wil met keiharde takkeherrie op mijn hoofd.
Dus ietsje later is er een stoplicht en op de een of andere manier hebben mannen op stadsfietsen altijd de neiging om harder op te trekken dan een vrouw op de racefiets, vooral als dit bij een brug is en we omhoog moeten. Ik vind het best hoor, maar dat is toch niet helemaal realistisch. Mijn fiets is erop gebouwd om kolletjes te pakken en die van hem niet. Dus zo’n man stampt, puft en slingert al hijgend die brug op, terwijl hij het hele fietspad in beslag neemt, terwijl ik op de trambaan volledig relaxed voorbij hem tik en meezing met mijn Ipod. Dan ga je als macho man toch op je plaat? Dat is toch lullig? Maar de grap is, ze scheppen deze situatie zelf en ze zijn vervelend voor mij. Ik snap dat gewoon niet. Mannen reageren zo raar op een vrouw met een racefiets.
Nu, nog een voorbeeld, de trage fietser die bang is om te vallen, vooral met de huidige weersomstandigheden. Midden op het fietspad, bijna stilstaand rijden op dat ijsvrije strookje van tien centimeter breed, met mij in het wiel erachter, ook bijna stilstaand, geen mogelijkheid de man in te halen, want gladde banden op een laagje ijs is boem.
In het wiel bij een gewone fietser is levensgevaarlijk, die mensen weten niet wat ze doen. Stoplicht, we staan naast elkaar, licht gaat op groen en de beste man wil optrekken, want dat doen mannen nou eenmaal als ze een vrouw op de racefiets zien. STOP DE TIJD, FREEZE.
Ik rijd op een racefiets met gladde banden door dit weer, een fietser zit per week uren en uren op de fiets en heeft meer fiets ervaring dan de gemiddelde stads fietser, met die gladde banden dit risico nemen, dan moet je ergens weten wat je doet, een fietser op een racefiets is 1 met zijn fiets, die fiets is een verlengde van de fietser. WIE KAN ER NU HET BESTE VOOROP RIJDEN? Maar nee meneer ignorant rijdt gewoon door, duwt mij van de weg en gaat weer voor.
Dan nu, de moeder met bakfiets, dat is dus een meter meer fiets aan de voorkant wat met regelmaat midden op het fietspad tot stilstand komt, wat maakt het uit dat ik me bijna dood rijdt, het ziet er leuk uit zo’n bak met kinderen.

De oorzaak…. …of gewoon het excuus
Auto’s kan ik tegenwoordig aan, ze kijken me aan vlak voordat ze willen optrekken en dan schud ik nee en rijd door, dat werkt, maar fietsers, stads fietsers, schorem is het. Meestal boeit dit mij niet zo en ga ik overal met een bocht omheen, maar het is nu winter en ik ben een beetje teveel binnen, ik fiets niet elke dag en de deeveedeetjes zijn ook wel tot op het bot uitgemolken en mijn fiets-oppimp-project >>>klik hier<<< loopt ook niet helemaal lekker en dan gaan die andere mensen me gewoon irriteren. Dan heb ik geen zin meer om te kijken naar hoe onhebbelijk ik me gedraag, dan heb ik geen zin om rekening te houden met wie dan ook. Eigenlijk zouden in deze periode er van die mannetjes op motoren voor me uit moeten rijden die de weg vrij houden en zo’n Skoda auto achter mij met reserve fietsen, ik zou een oortje moeten hebben met de stem van een zen meester die mij vanuit de Skoda vriendelijk toespreekt en ik heb een masseur nodig en een mental coach. Dat is toch hopelijk niet te veel gevraagd?


De oplossing…. ….of gewoon de bevrijding.
Volgende week ga ik weer trainen, ik ga het rustig opbouwen, maar wel weer 5 keer per week en dan elke week een beetje meer. Ik weet gewoon dat ik dan weer een beetje rustig word vanbinnen. Tot dan weet ik dat ik maar mijn mond dicht moet houden, tot tien moet tellen en moet accepteren dat ik niet het centrum van het universum ben. Nog een paar nachtjes slapen en dan mag ik weer, en reken maar dat ik tijdens de eerste keer trainen in de regen, nog zo’n 40 km van huis verwijderd, met tegenwind, verlang naar mijn zelfopgelegde fiets pauze.

Sunday, December 20, 2009

The hour of power





Op de eerste dag schiep God de aarde, met het land en de wateren, God keek en God zag dat het goed was.
Dus op de tweede dag schiep God de bomen en bloemen en God keek en God zag dat het goed was.
God is nogal ijverig en raakte geïnspireerd dus vol goede moed schiep God op de derde dag de mens en God keek en zag dat er iets mis ging.
God had namelijk ook de Nederlander geschapen en zij namen het niet zo nauw met Gods land en wateren. De Nederlander keek, zag dat het niet georganiseerd was en de Nederlander schiep de dijken en zag dat, dat beter was.
God was natuurlijk niet voor 1 gat te vangen, hij had met de Nederlander ook andere volkjes geschapen en had hen kwaliteiten gegeven waar de Nederlander geen beschikking over had. De Nederlander keek en schiep de zeevaart, de wereldhandel in specerijen, de kolonie, de meesters, de grachten, de eerste gastarbeiders, de gouden eeuw en de Nederlander keek en zag dat ook dit redelijk goed was. Uiteraard kon het altijd nog beter, maar voor nu was het wel naar de Nederlander zijn zin. God had ook de Italianen geschapen en die driftige mannetjes hadden ook niet stil gezeten. De Italianen schiepen de mode, de pasta en de lekkere koffie. Dus de Nederlander schiep de Wehkamp, hmmm van Mora en de Senseo. Ja wat dacht die God wel niet? De Nederlander is ook niet voor 1 gat te vangen.
God krabde zich eens op zijn achterhoofd, vertwijfeld vroeg hij zich af waar hij was met zijn hoofd toen hij de Nederlander schiep. God liet echter zijn moraal hoog, de Nederlander mocht dan wel de dijken en de Senseo hebben geschapen, maar hij had nog wel iets waar de Nederlander niets tegen in had te brengen: het verschil van dag en nacht, licht en donker. Want God was niet stil blijven zitten, op de vierder dag had hij het heelal, de sterren, de maan en de zon geschapen en dat was naar zijn eigen zeggen een knap staaltje werk. Nu had de Nederlander ook nog een troef, want de Nederlander schiep de gloeilamp, de Nederlander keek en zag dat ie ’s avonds ook nog wat kon zien en vond dat al met al best goed.


God heeft hierna een tijdje rustig aan gedaan, hij heeft een aantal sessies bij een stress therapeut gehad, God heeft een knuffelcusrsus gedaan, gewandeld in de bergen, gezeten aan de voet van de Himalaya, God heeft zichzelf gevonden en in het ledige van het zijn heeft God een nieuw inzicht gekregen.
De Nederlander werd een beetje lui, op het gebied van uitdagingen hadden ze gekeken, gezien en geconstateerd dat het goed was, echter er was ruimte voor verbeteringen en in alle rust ging de Nederlander verder, de druk was weg, de dijken hielden stand, de Koffie smaakte slecht en de ledlampjes deden hun intrede. Eigenlijk ging de Nederlander ervan uit dat het wel goed zat.
Hier had God op gewacht. In de winter van 2009 zou God zijn slag gaan slaan en wel vlak voor kerst als de Nederlander zijn boodschappen ging doen. Dus op Zondag 20 December, 2009 schiep God een sneeuwbui, hij keek en zag dat de Nederlandse infra-structuur op z’n gat lag. God keek, genoot en vond dat het goed was.


De Nederlander zat voor de buis gekluisterd en hoorde het slechte nieuws, auto’s met 30 km per uur op de snelweg, het openbaar vervoer in Rotterdam ligt stil, de treinen rijden niet, geen trams in Den Haag, Schiphol is een chaos. God zag wat er zich afspeelde in Nederland en kneep in zijn handjes, hij was trots op zichzelf. In de verte hoorde hij een zacht gegrinnik dat steeds luider leek te worden. God keek naar waar dat geluid vandaan kwam en God had de schrik van zijn leven. De Nederlander had een geheim wapen! Hoe kon God dat hebben vergeten? Hij had toch immers gekeken en vond dat het goed was?
En de Nederlander? Die is niet voor 1 gat te vangen, weer of geen weer, de Nederlander fiest!













































































































Vreemd volk die Nederlanders.... en ik? Ik rijd dus op mijn dunne gladde banden door de stad. Gisteren vroeg ik aan een vriend van me, die vroeger fietskoerier was in Portland, Oregon, hoe hij dat deed toen. In Portland hebben ze een echte winter, daar is dat van ons niets bij. Hij vertelde me dat hij gewoon door fietste.
Misschien is het niet iets Nederlands, maar meer iets wat fietsers doen en dat Nederlanders fietsers in hart en nieren zijn.
Fietsers zijn niet helemaal lekker, op tv is nu een cyclocross in de sneeuw... Ik zet nog even een kopje thee, trainen doe ik wel in het voorjaar!

Tuesday, December 8, 2009

Jongensdingen



Pas zag ik op een regenachtige zondagochtend twee jongens staan aan de waterkant met een hengel. Ik heb er een tijdje naar staan kijken er was iets vreemd in het beeld.
Allereerst stonden ze aan het water waar ik mijn hond altijd bij uitlaat, dit water is een soort van veredelde gracht in Amsterdam Zuid, ik wist niet dat daar vissen in konden leven, ze zitten ook weleens bij dat super kanaal bij het Amsterdamse bos, vissers dan, dat snap ik, dat water is groot en heeft niet de kleur en geur van stads afval..
Ten tweede regende het en hadden ze niet zo’n “vissers parapluutje”, oftewel deze jongemannen namen de regen voor lief en sterker nog zij zagen het niet als een probleem.
Ten derde, ze zagen eruit als twee van die “pillen-poppende-kauwers” die je tegenkomt op een hardcore feestje bij de sporthallen Zuid, met een bleek gelaat treden zij enkel de wereld in ten tijde van DE NACHT, zeg maar.
Ten vierde leek het alsof ze het eigenlijk wel naar hun zin hadden, hengeltje uitwerpen, binnenhalen, takkenbos aan de haak, haak schoonmaken, hengeltje uitwerpen, staan, kijken, elkaar een blik schenken, hengeltje binnenhalen en uitwerpen.
Al met al zag het er voor mij vreemd uit. Waar vissen ze nu toch naar? Zwemmen er hier karpers? Zoeken ze een fiets? Is dat touwtje dan niet te dun? Hebben ze geen last van de regen? Waarom doen ze dit op Zondagochtend? Wat zullen al die “sjieke types” hier in Zuid daarvan vinden?
Ik heb dit ochtend vissen in mijn hoofd opgeruimd in het kasje “jongensdingen”.
Jongensdingen is iets abstracts voor mij als vrouw. Het kan zijn voetbal, tinnen soldaatjes, vissen, een stenen verzameling, boeken over de natuur, landje pik, gameboy, wielrennen, een vechtsport, stripboeken, het kan zo’n beetje alles zijn en feitelijk kan ik de meeste van die dingen ook wel doen, niet alle daar er fysieke verschillen zijn tussen de man en de vrouw, echter daar gaat dit niet over. Ik kan als ik wil heel veel van de akties doen die in de categorie jongensdingen valt zonder dat ik jongensdingen doe
Het zit m namelijk niet in het vissen, voetballen, gamen, fietsen of al die andere dingen, het zit m in de jongens. Jongens, ook die van 50 plus, hebben een manier van doen die mij als vrouw echt vreemd is. Jongens hebben een manier van passie delen zonder te praten die mij als vrouw volledig onbekend is.
Een tijdje terug was ik in de fietsenwinkel en er kwam een andere fietsvrouw binnen, we checkten elkaars heupen, hoofd, borsten en fietsen uit, gaven elkaar een categorie, dat is namelijk wat elk vrouw in een oogopslag doet bij andere vrouwen, aan de hand van deze maat bepalen wij onze concurrentie positie, we glimlachten naar elkaar en draaiden om elkaar heen. We wisselden nummers uit met de opmerking dat we een fietsmaat zoeken en het was klaar.
Een week later zaten wij voor de eerste keer op de fiets, twee volslagen vreemden.
De eerste vijf minuten hadden we het al over onze fietskleding, de volgende vijf, wisten we al van elkaar wat we wel en niet eten en waarom, vervolgens kwamen onze levensverhalen op tafel en hadden we deze afgerond VOORDAT we het Amsterdamse bos weer uit waren, daarna kwamen de relaties en one night stands en onze issues daarmee, voordat we bij Zwaneburg waren hadden we al besproken hoe het contact met onze families was en ten hoogte van Haarlem hadden we onze persoonlijke issues besproken en de levenslessen die we aan het leren waren. Op de terugweg ging het nog even over waar de juiste fietsbroek te kopen en over onze werkgevers en wat er moet veranderen aan de organisatie waarbinnen we werken. Dan ben je zo 70 KM verder, maar ondertussen weet ik geeneens op wat voor fiets ze rijdt.
Jongensdingen hebben niet dat verloop, jongensdingen gaan in de stilte, het is een weten dat hoe dan ook, los van wat er plaatsvindt, los van wie er mee doet, het zijn jongens en er is een wederzijds begrip waar een vrouw nooit aan zal deelnemen.
Jongens kunnen ruzie krijgen met elkaar gaan matten en de volgende keer is er weer die zwijgzaamheid en delen en ze kunnen gewoon verder gaan. Vrouwen niet, wij willen graag nog even met je praten, even delen hoe wij ons nu toch eigenlijk voelen. Dat is toch van de gekke, even delen hoe ik me voel, even vertellen hoe ik het ervaar, mens, we zijn aan het fietsen, houd toch eens vijf minuten je kop dicht!
Ik doe wel veel van de dingen die jongens doen, ik ben dol op fietsen dingen, de fietswereld is altijd best een jongenswereld geweest. Tegenwoordig fietsen er veel vrouwen en zijn er aanpassingen nodig binnen de wereld rondom het fietsen.
Bijvoorbeeld de fietsenwinkel waar ik kom, waar ik mijn fiets heb gekocht. Toen ik daar net kwam stond er een soort van communicatief gestoorde monteur. Het soort autistische neanderthaler die het beste in zijn hok kon blijven en vooral niet contact moest maken met bijvoorbeeld mij, want dat zou kunnen betekenen dat ik nooit meer komen zou.
Tegenwoordig staat er een hele lieve, oprechte, positieve monteur. Een jongen uit het oosten, met een grappig accent, die mij meeneemt in de wereld van jongensdingen. Hij laat me spaken zien die op een bepaalde manier zijn gedaan, een soort van om en om zwarte spaak, witte spaak. Hij laat me een Pinarello frame zien wat hij net heeft opgebouwd als fix met een mooi stuur en verteld erover. Echt machtig mooi, als ik in staat ben 5 minuten mijn kop dicht te houden zou ik mee kunnen gaan in de wereld van “jongensdingen”. Zwijgzaam kijken we naar versnellingen, banden, lugs, crankstellen en zadels. Heel even waan ik mij op een plek waar ik de sleutel van het begrijpen van “jongensdingen” in handbereik heb. Ik heb hoop dat ik binnenkort mijn twee vissende gabbers kan begrijpen, dat ik een tinnensoldaatje kan presenteren op een drukke middag in de stad en dat ik de stad tot stilte kan manen, want we doen “jongensdingen” en dat doen wij in stilte.
Sinds het fietsen ook een vrouwen ding wordt lijkt het me best zwaar voor de mannen. De fietswereld was natuurlijk een soort van “lost World” een geheime plek waar wij vrouwen niet komen en nu is dat niet meer zo. Het zal niet lang meer duren voordat de stilte van sommige kolletjes (voor de niet fietsers: dat zijn die bergen waar fietsers tegen op rijden en waar ze voor hun plezier helemaal stuk gaan) wordt vervangen door een gekwebbel over familie, vrienden, levensverhalen, werk, broeken, stuurlintjes, cremetjes etcetera.
Ondertussen ben ik blij dat ik door de monteur wordt meegenomen in de wereld van contrast tussen Pinarello framepjes en electronisch schakelen.
Jammer dat ze op de site het lelijkste Pinarello frame hebben gezet, maar ja, de wereld van jongensdingen kan ook niet worden ervaren vanachter de computer. Pinarello klikkerdeklik

Thursday, December 3, 2009

Op een oude fiets……

Ja op een oude fiets moet je het leren, zegt men. Ik was in Frankrijk vorige week, mijn ouders wonen in de Tarn, een machtig mooi gebied in de buurt van Toulouse.


Mijn ouders zijn veertig jaar getrouwd, dus broerlief stelde voor om met de auto daar naar toe te rijden en het samen met ze te vieren. Ik opperde direct om wat ruimte in de auto te reserveren voor mijn fiets, echter dit ging niet door, daar mijn broers vrouw, een Italiaanse, mee ging en zij uiteraard ook wel het een en ander mee te brengen had aan koffers. Opzich geen probleem, was het niet voor Eva, de dochter van mijn broer, die naast haar koffer met kleren, ook een wagen, flesjes, teddyberen, boekjes, deeveedeetjes van de teletubbies, bekers, ballen, laarzen, schoentjes, luiers en pantoffeltjes, slaapzakken, doekjes, cremetjes en zichzelf meeneemt. Dus voor mijn fiets was geen ruimte.


Jammer, erg jammer, want als Hollandse polder trapper, rijd ik nooit over een heuveltje en Frankrijk is het walhalla wat klimmen betreft, kijk maar naar de Tour de France. En ik wil gewoon heel graag leren klimmen met mijn fiets.
Gelukkig woont er bij mijn ouders in de buurt iemand met een racefiets en mocht ik het daarop proberen en dan wordt het al weer moeilijk met mij. I cannot safe my ass and my face at the same time. Met andere woorden ik zal toch geen flater slaan, ik en mijn trots, als ik een fiets leen van iemand dan zal ik verrredomme ook fietsen tot ik erbij neerval, niet?
De man waarvan we de fiets leenden was erg vriendelijk, hij fietst, zijn zoon loopt en fietst en beide zijn ze sportfotograaf KLIK HIER
Ik maakte mij al grote zorgen over het fietsen in Frankrijk, wegen die ik niet ken, geen vertrouwde fietsmaat waarbij ik aan kan hangen, een vreemde fiets en beelden van profs die door Frankrijk reden deze zomer, al met al stelde het mij niet gerust. Een beetje zenuwachtig reed ik weg van zijn huis en merkte dat ik dood ongelukkig was op die vreemde fiets. Mijn moeder reedt met de auto voor me uit en ik wist gewoon dat ik het die dag niet ging doen, dat het fietsen er niet inzat voor mij. Tot mijn grote verbazing heb ik gezwaaid naar mijn moeder, haar laten stoppen, de wielen uitgeklikt, die fiets in de auto gezet en ben met mijn moeder meegereden.
Dat kon ik vroeger niet, sterker nog, dit kan ik nog maar sinds kort. Ik heb altijd dingen gedaan die ik eng vond, met de motivatie dat ik niet voor lul wilde staan of dat ik niet buiten een groep wilde vallen. Dat resulteerde in een Rose die dingen deed die ze eigenlijk niet heel leuk vond en die steeds onzeker was over haar presteren. Dat helpt echt niet. Ik ben kortgeleden met een nieuwe baan begonnen, ik doe studie naar de behandeling van verslaving, allemaal heel theoretisch en wetenschappelijk en moeilijk vooral. Ik heb geworsteld in het begin, ik had een idee dat ik op een bepaalde manier moest presteren om die baan niet kwijt te raken en tot tranen toe probeerde ik het maar. Ik realiseerde me niet dat ik gevraagd ben voor deze studie omdat de persoon die mij vroeg onder de indruk was van mijn manier van denken en dingen verwoorden, mijn scherpzinnigheid. Dus ik had veel zware dagen en heb het regelmatig huilend willen opgeven. Langzaam kwam ik erachter, doordat ik ook goede dagen had, dat als ik gewoon mijn best deed, dat het dan precies goed was. En als ik merkte dat ik mijn dag niet had, dat het dan okay was om iets anders te gaan doen. Mijn werk ging niet om dwang of kracht, maar om souplesse en om kleine stapjes. Ik ben blij dat ik daarachter ben gekomen, alleen jammer dat ik mezelf eerst tot tranen aan toe heb moet pushen. Maar ook dat is leren.
Een tijdje terug heb ik mee gedaan aan een clinic baan fietsen KLIK HIER en ik was zo bang en dioe angst hield me tegen. Stilletjes reedt ik rond met tranen die al bijna over mijn gezicht liepen en ik wist niet wat ik doen moest, stoppen of doorgaan. Hard zijn tegen mezelf of vriendelijk, stoer overkomen of niet. Ik heb besloten toen om even aan de kant te gaan staan en te gaan kijken, na een tijdje werd ik boos en ben gaan rijden, gaan vloeken, gaan doortrappen, schelden, ging steeds harder en al vloekend reed ik ineens in die baan met mijn fiets ergens hoog. Doodeng, maar het is me gelukt. Ik gaf mezelf asl het ware een trap onder mijn kont en het werkte. Voor dat moment, want ik ben nu nog steeds bang om het nog een keer te proberen, kracht werkt niet altijd.

In ieder geval, Frankrijk werd een andere ervaring dan ik verwacht had, ik ben niet stuk gegaan op Franse heuvelruggen. Ik heb ervoor gekozen om het rustig aan te doen, in plaats van fietsen heb ik mijn camera gepakt en ben foto’s gaan maken van dingen die mij opvielen en dat is ook okay, ik had een mooie week.
“Op een oude fiets moet je het leren” is misschien wel waar, ik zeg liever “Op een oude fiets mag je het leren en als je het nu even niet wilt doen, die fiets is toch al oud, dus even wachten kan geen kwaad”

Eva, mijn nichtje en toekomstig topmodel


Franse takken


Frans plantje


Frans blaadje in Frans water


Franse paddestoel


Hollandse ouders in Frankrijk


Franse blaadjes die op goudvisjes lijken


Franse herfst is ook mooi


Oud Hollansche kunstnijverheid op het Franse platteland

Monday, November 16, 2009

DE sportvrouw

Ik heb om mij heen de indruk gewekt dat ik een sportvrouw ben. Niet op de manier van de voetbalmoeders dat ik elke zaterdag de wedstrijden van zoonlief schreeuwend langs de kant volg en op zondag de wedstrijd verslagen van een licht aangeschoten manlief beluister. Ik heb geen zoonlief en daarbij ook geen manlief, voetbal vind ik een proleten sport, geen idee wat dat is, maar dat zegt mijn vader altijd, maar dat is een heel ander verhaal.
Ook niet het soort sportvrouw dat voor dag en dauw op de schaatsen staat omdat het wedstrijd seizoen begonnen is en ik zo blij ben dat het rollerskaten en schaatstsprongen maken wat de zomer zo typeert nu eindelijk voorbij is.
Ook geen hockeyvrouw die met een krieltje achter in haar bek bekakt staat te roepen en in een rokje met daaronder gigantische kuiten over het kunstgras rent.
Niets van dat.
Mensen om mij heen zien mij als een sporter, althans de nieuwe mensen, die ik het afgelopen jaar ontmoet heb. De mensen die mij langer kennen  weten dat ik anderhalf jaar geleden nog aan een pakje Lucky strike zat te zuigen alsof mijn leven er vanaf hing, als een fabrieks schoorsteen pafte en rookte ik door, met gemak en plezier. Die mensen weten wel beter, waarschijnlijk hopen ze dat ik nu dan eindelijk iets gevonden heb waar ik mijn energie mee kwijt kan.

Vanmiddag kwam ik iemand tegen, we maakten een praatje, hij merkte dat ik wat last van mijn rug had en vroeg met een bezorgd gezicht wat er was en hoe het kwam. Ik vertelde hem dat ik gisteren gefietst had en alsof het volkomen logisch was zei hij “aaah ja ik begrijp het.”
Huh?
Pas vroeg iemand of ik langs kwam en ik zei nee omdat ik mijn fiets aan het schoonmaken was. Deze persoon zei “Ja okay, nee dan zie ik je wel een andere keer” geen enkel vraagteken, geen verbaasde uitdrukkingen of stemgeluiden, volkome overgave aan het idee dat ik op een middag in de winter in mijn kamer een fiets sta schoon te maken.
Huh?


Ik vind dat grappig, het valt mij op. Mensen kijken niet raar op als er een bidon uit mijn tas komt, of als ik met een tasje loop van een lokale fietsen winkel die alleen van die dure racefietsies verkoopt, ook niet verbaasd als ik vertel dat ik mijn fiets ga opknappen of dat ik enorme hoeveelheden bammetjes om 6 uur ’s morgens naar binnen werk omdat ik zonodig om 8 uur de longen uit mijn lijf wil trappen. Het verbaasd mij.

Inderdaad ik ben niet het soort vrouw dat altijd make up op heeft, of hakken, met een paar strakke jeans. Mijn haren zijn niet opgestoken of door de kaper in model gebracht, sterker nog het is kort zodat ik er weinig aan hoef te doen. Ik loop niet in een burberry jas, met een turtle bag van Vivienne Westwood, ik doen geen hapjes en drankjes bij Lola´s of hoe die so called hippe vrouwen tent mag heten, ik haal mijn koffie niet bij DE nespresso winkel in de PC, mijn kleine hondje ligt niet op mijn arm terwijl ik in een charmant niemendalletje drie luchtzoenen naar je werp op de opening van weet ik niet welke gelegenheid. Die onzin, dat ben ik niet. Ik heb vriendinnen die niet zonder make up de deur uit gaan en die een pyjama van een designer dragen. Dus ik weet echt wel wat het is, zeg maar.

Ik rijd rond in Amsterdam op een oude aftandse racefiets met een rugtas en een koptelefoon, mijn groen gestreepte sok draag ik aan mijn ene voet en mijn blauw gestreepte aan de andere. Mijn jas is een fietsjasje, ik heb geen flesje sap blauw maar een bidon met kraanwater.




Dat maakt mij toch geen sportvrouw?
Ik geef toe dat ik rare dingen doe terwijl elke andere vrouw lekker thuis zit.
Gisteren nog heb ik met 5 andere vrouwen in de regen door de bossen bij Barneveld gereden, zijknat, modder op mijn tanden, dennenaalden in mijn haar, klappertanden bij een dorpssnackbar boven een bak koffie kijkend naar een bak snert. Dat vind ik dan mooi.
Elke Donderdag avond zet ik een racefiets in een Tacx <<<< KLIK voor de TV zodat ik al trainend naar doctor House <<<< KLIK kan kijken.
Zondagochtend is een mooie dag om de Amstel af te rijden.
Woensdag is de dag dat mijn fysiotherapeute mijn lichaam masseert omdat mijn spieren half gaar zijn van wat ik doe.




Ik vraag me eigenlijk af wat nu de typische sportvrouw is. Ik vind mezelf geen sportvrouw.
Mijn fysio is eigenlijk zwemmer, zij is een sportvrouw in mijn ogen, ze gaat bijvoorbeeld het kanaal over zwemmen dat vind ik best wel “sportvrouwerig”, zoiets zou ik echt nooit maar dan ook nooit doen. Ik zie soms vrouwelijke wielrenners die met make up op, op de fiets zitten? Is dat nu een sportvrouw ding om te doen of juist niet?

Eigenlijk maakt het niet heel veel uit wat nu precies een sportvrouw is, of ik er nu wel eentje ben of niet.
Waar het mij om gaat is de verbazing, het contrast. Ik heb altijd jaloers naar duursporters gekeken, met enige schaamte ook. Terwijl ik met een peuk in mijn mond in de natuur liep reden of renden zij voorbij. In mijn ogen waren het goden, sport machines, met discipline en wilskracht. Terwijl ik er nog een peukje bij opstak bedacht ik me dat ik dat nooit zou kunnen, dat ik het lichaam er niet voor had, het doorzettingsvermogen er niet voor had en dat ik de conditie nooit zou krijgen. De meeste sporten die ik ging doen waren altijd de hel voor me. Met paardrijden was het huilen voordat ik dat paard over een hindernis durfde te laten gaan, met boksen was het de angst om iemand pijn te doen, met hockey was het meer dat ik niet zo’n enorme teamplayer was, met surfen zag ik een dood eendje drijven en vond het niet meer zo leuk en zo zijn er nog veel meer pogingen. Met het fietsen heb ik mezelf en mijn sport toch best gevonden. Hahaha op de zevende dag stapte Rose op de fiets en het was goed!

Nog nooit heb ik me zo thuis gevoeld in een sport en met mijn mede sporters. Misschien ben ik wel de sportvrouw die anderen in mij zien.
Pas vroeg iemand aan me of ik het niet jammer vind dat ik het nu pas ontdekt heb, omdat ik waarschijnlijk wel ver was gekomen als ik jong begonnen was.
Toch mooi hoe ik dat nooit zal weten.
Wat ik wel weet is dat de mensen om mij heen vaak sneller dingen opmerken dan dat ik het doe als het om mij gaat.






Roker ß misschien moet ik nog even wennen àSportvrouw

Friday, November 13, 2009

Winterklusjes



Opzich heb ik niets tegen de winter, het is wel aangenaam in mijn huis, met de warmte, potjes thee, mijn hond die slaapt, aangename muziek etc etc...
Maar na een week heb ik dat ook wel gezien, tegen de tijd dat het Januari is heb ik het zwaar gehad.
In Februari slaat de wanhoop toe en in Maart vervloek ik de natuur, omdat zelfs een waterig zonnetje mij nog niet gegunt is.
Ik ben jarig in Januari, de vijfde om precies te zijn. Een paar jaar geleden deed ik op die dag een ontdekking... ik ging om mijn verjaardag te vieren schaatsen met vrienden, bij de Jaap Edenbaan in Amsterdam Oost. We hebben onwijs gelachen die dag, een engelse vriend van mij had nog nooit geschaats, ik pieste in mijn broek van het lachen. Er is zo'n speciaal stukje ijs voor kinderen, hij is daar gebleven de hele dag, de muur vasthoudend, volle concentratie. Die kinderen daarintegen waren na een halfuur al aan het schaatsen tussen de volwassenen.
Die dag waren we buiten, we hebben gelachen en waren actief. 's Avonds na een warme douche viel ik goed in slaap en keek terug op een mooie dag. De les die ik leerde was dat door winterdingen te doen, de winter enigzins aangenaam kan worden, leuk zelfs.

In de zomer voel ik me altijd vrij, het blijft lang licht en het is warm 's avonds, het geeft mij het gevoel van buitenspelen, zonder op tijd thuis te moeten zijn, voordat de lantaarnpalen aan gaan zeg maar.
En ondanks dat mijn huis een warme fijne plek is, het limiteerd me toch wel, ik kan niet buiten spelen.
De stad is in de winter niet bijster charmant. Als je de uitgestrekte vlakte die Nederland is niet kunt zien oogt het grauw en zomber. Dus, ik heb winter activiteiten nodig.

Gelukkig heb ik een fiets, ik kan zo naar "city's end" rijden als ik wil.
Ik heb vrienden en sinds afgelopen week een Rummikub spel, helemaal fantastisch, kopje thee en spelen maar.
Ik heb ouders in Zuid Frankrijk, daar ga ik de laatste week van November naar toe en als het weer niet te heftig is aldaar dan kan ik de natuur in, het liefst op de fiets.
Ik heb doelen, mijn studie, mijn werk en mijn  conditie.
Ik heb een pasje voor de zonnebank, met geld erop, dus ik kan nog gaan.
Ik houd van koken, wat doet de winter nu meer opfleuren dan de geur van verse appeltaart?

Al met al heb ik vertrouwen in deze winter, ik wil graag nog leren schaatsen op noren in plaats van ijshockeyschaatsen en ik wil vaker wandelen in het Amsterdamse Bos.

Nu ik dit zo allemaal opschrijf loopt mijn planning aardig vol, al met al heb ik mazzel als ik voordat de lente begint de helft van deze klusjes af heb.
Toch heb ik zojuist een extra klusje bedacht en in werking gezet..... het oppimpen van mijn oude fiets.
Ik heb ooit een oude Gazelle racefiets gekregen, dat was de eerste fiets waarop ik volle bak door straten van Amsterdam stoempte en een beetje zoals de eerste verliefdheid wil ik deze fiets nooit kwijt, echter, ze begint er een tikkeltje armoedig uit te zien, een beetje een verlopen vrouw lijkt het wel. Dus het is tijd voor de Botox, plastische chirurgie en andere " oppimpmethoden".
Deze winter zal ik hoofd-op-pimperij zijn, chef-de-knutsel.
Ik ga haar uit elkaar halen en opnieuw in elkaar, met nieuwe onderdelen, nieuwe kleuren. Dit project is als het ware een soort eer betoon aan de fiets. In mijn hoofd staat ze allang glimmend voor mijn neus, op gepimd en al. Ze word glans zwart gecombineerd met mat zwart en het stuurlintje wordt iedere keer een andere kleur.
Ik heb alleen helemaal geen ervaring hierin, ik weet niet waar ik beginnen moet en hoe ik aan onderdelen kom.
Dit is zo ongelovelijk Rozig van me. Ik doe dit wel vaker, als ik opzoek ben naar een huis dan heb ik een plaatje in mijn hoofd van het ultieme droomhuis, aan de ene kant uitzicht over zee, de andere kant uitzicht over de bergen, nog een kant met weilanden en dieren en de laatste kant, die met de voordeur, via die kant stap ik zo een bruisende stad in. Dat is niet realistisch, maar het is wel wat ik wil.
Een relatie, of gewoon een vriendschap, allemachtig, wat liggen mijn idealen hoog, geen mens die dat kan waarmaken.
En nu dus de fiets... juist.

Ach, het zal me bezighouden deze winter.

In mijn hoofd lijkt het me al enig om een winkeltje te hebben met opgepimte fietsen, die er heel uniek uitzien, waar charmante jongens en meisjes hun veel te dure fiets kopen, terwijl ze in de winkel een straffe espresso drinken.


Dat komt wel goed deze winter.

Wednesday, November 11, 2009

Een hartslagmeter voor mijn persoonlijke leven.


Het is bij mij meestal zo dat er of gereden wordt op mijn fiets, of er wordt gewerkt. Vandaag ben ik aan het werk. Eigenlijk aan het studeren.
Ik ben aan het lezen over inductie en deductie. Dat zijn manieren om via logische denkwijzen tot een conclusie te komen. Inductie gaat van het bijzondere naar het algemene en deductie gaat van het algemene naar het bijzondere.

Bijvoorbeeld, deductie:
Fietsers hebben een strakke kont.
Rose is een fietser.
Rose heeft een strakke kont.

Dat laatste is dan mijn conclusie. Stel ik heb 5 fietsers en alle 5 hebben ze een strakke kont dan zou ik aan de hand van die strakke kontjes mogen stellen dat ik zelf als zijnde fietser ook een strakke kont heb. Nu als jij nu een fietser erbij haalt die geen strakke kont heeft, dan heb ik een probleem, want dan slaat mijn conclusie nergens meer op, want niet alle fietsers heben een strakke kont, dus kan ik ook niet automatisch stellen dat ik een strakke kont heb omdat ik fietser ben. Dus laat die fietser met blubberbillen uit mijn wereld, want ik vaar wel bij het idee een lichaam van een godin te hebben. Het motiveerd me asl ik weer eens door weer en wind de fiets op moet terwijl ik liever chocolaatjes eet terwijl ik een dvd-tje kijk.

Ik denk niet dat ik met een voorbeeld als het bovenstaande een studie kan afronden, maar het vult toch weer wat digi pagina's op het wereldwijde web en zo heb ik mijn "15 minutes of fame".

Wat me toch enorm opvalt is dat fietsen op alles in het leven valt toe te passen, net zoals de levenslessen die ik al opdeed mij bijstaan in het fietsen. Vandaag ergerde ik me dood aan mezelf omdat ik zo traag ben met het lezen en leren, ik lig al een week achter op schema. En uiteraard maak ik me zorgen om dan het examen niet te halen.
Dat is best grappig.
Met het fietsen heb ik een Cateye op mijn stuur, die meet mijn snelheid, ik heb zelf voor een snelheid gekozen die ik in iedergeval wil rijden.
Om mijn pols zit een Polar, een klokje waarop ik ook mijn hartslag kan aflezen, zodat ik mezelf niet dood fiets en daarbij is het mooi om op hartslag te trainen want dan haal ik meer uit mijn training, maar dat is een ander verhaal.
Ik rijd mee met bijvoorbeeld de Dam tot Dam fietsclassic, een rit van 150 KM. Deze rit is voor de lol er zit geen wedstrijd element in.
Nu stel nou dat ik slechts 25 KM per uur rijd en mijn maatstaaf ligt hoger, dan zou ik dus harder moeten fietsen.
Echter mijn Polar geeft aan dat ik een hartslag heb die aangeeft dat ik best leuk rijdt en ik nog een beetje rustig aan zou moeten doen want ik ben niet heel fit, of ik heb net een sprintje getrokken, dan zou ik dus rustig moeten blijven rijden.
Die twee gaan niet samen, volgens de Cateye en mijn waarden moet ik harder, volgens mijn Polar en mijn verstand moet ik rustig aan doen.
Dan is het dus tijd om te kijken naar het doel. Ik was de Dam tot Dam fietsclassic, zonder enig wedstrijd element aan het rijden, wat is daar het doel van? Volle bak als eerste over de finish? Of een prettige tocht?
Voor mij is de Dam tot Dam fietsclassic een prettige tocht.
NU als het een prettige tocht is en mijn Polar verteld mij rustig te doen, terwijl mijn Cateye mij verteld er wat meer boven op te gooien, naar welke zal ik dan luisteren.
Is het mogelijk om met een te hoge hartslag een prettige rit te rijden? Niet echt, dat heet stuk gaan en het is naar, het brengt je in een pijnlijke twilightzone terwijl je nog wat kilometertjes door moet trappen.
Is het mogelijk om wat langzamer te rijden dan ik wil, maar wel te genieten van de rit? Jazeker.

Nu mijn studie, ik doe dit naast mijn werk op mijn 32 ste en ik hoef niet op tijd klaar te zijn. Ik ben dit aan het doen omdat ik graag alsnog gebruik wil maken van mijn capiciteiten en omdat ik graag studeer. Al met al een soort prettige rit. Ik doe mijn best.
Mijn Cateye in dit verband is mijn studieschema, dat ik mezelf heb opgelegd, mijn hartslagmeter is hier mijn leven, dat opzich al behoorlijk vol zit.

Ik hoef niet te knallen, ik hoef alleen maar mijn best te doen. Ik hoef niet bij de beste tien te horen, want het is geen wedstrijd.
Hoe ongelovelijk tof is dat?
Dit stukje schrijven is voor mij de pauze, even wat anders doen, ik heb geen haast.


Voor de fietsers onder ons, ik kan haast niet wachten totdat ik genoeg geld heb voor een cadans meter, zodat ik een rit meer gecontroleerd op souplesse kan gaan rijden, op een licht verzetje naar boven tikken. Wacht maar totdat ik die kennis op mijn leven toepas, ik ben een Goeroe in wording.

Crisis is een hoofdzaak


Een crisis is just that, een netelige situatie die in de weg zit of storend werkt of zo. Neem mijn fietscrisis, ja dat was best storend, vervelend voor mij. Of de economische crisis, ook dat stoort, er zijn mensen die hun baan kwijtraken en er geen 1 kunnen vinden, in Amerika raken mensen hun huizen kwijt. Een relatiecrisis, dat houdt in dat er onrust is.
Al met al is die fietscrisis van mij niet veel meer dan dat ik minder zin heb dan tegenzin om te fietsen. De economische crisis houdt in dat er minder geld wordt uitgegeven en verdient dan dat we zouden willen en een relatie crisis is hoogstwaarschijnlijk dat de ander zich minder gedraagt dan dat ik zou willen. Maar feitelijk is er nieteens zoveel aan de hand. Er is gewoon minder van de ene en meer van de andere, op een manier die niet gewenst is.

Oh wat had ik er een hekel aan toen ik klein was. Als ik mijn moeder vertelde dat ik ergens geen zin in had, dan zei ze doodleuk "dan moet je maar zin maken" Dat was toch niet wat ik horen wilde? Ik wilde horen dat zij het dan wel voor mij zou doen.
Hetzelfde met mijn fietscrisis, ik ben me toch druk geweest om fiets partners te zoeken om me aan op te trekken, en als ik die dan had dan hoopte ik er toch stiekem wel op dat ze me af zouden bellen. Net als dat ik vroeger hoopte dat mijn moeder het wel voor me zou doen.
Diepe ellende wekenlang, kijk iets niet doen en alle mogelijk excuses verzinnen om dat recht te praten is vermoeied, denial is niet iets wat je maken kunt, ergens blijf je je ervan bewust dat het allemaal toch niet helemaal zit zoals je het jezelf voorhoudt, toch?

Vandaag was de maat vol, ik heb gefietst. Het viel me niet tegen, het viel eigenlijk wel mee. Mijn crisis zat in mijn hoofd en was niet helemaal echt. Mijn slechte conditie daarintegen wel, maar daar valt wat aan te doen.

Dingen zijn zo groot als ik ze wil maken. Neem de economische crisis, feitelijk is er in mijn budget weinig anders, ik heb nog steeds weinig geld. De fietscrisis, feitelijk was er weinig aan de hand, ik moet nog steeds benen en een hoofd hebben die willen en vertrouwen, of het nu zomer of winter is, of ik nu samen of alleen fiets.

Aanstaande zondag ga ik met een paar vrouwen dioe ik heb leren kennen via een fiets website:
we gaan een ritje maken ergens op de Veluwe.
Ik vind het reuze spannend, nu ga ik fietsen en leer ik nieuwe mensen kennen, ik neem mijn fototoestel mee en ergens verheug ik me er best op. Toen ik nog geloofde in mijn fietscrisis dacht ik eraan af te bellen, het leek me echt "too much" maar nu ik mijn kijk veranderd heb en mijn perspectief vernieuwd heb ik in dat ritje dat "too much" was reuze zin.

Ik heb best mazzel.


Monday, November 9, 2009

Crisis is as much a part of a relationship as everything else


I am soory for my non dutch friends, it just sometimes is easier to use my own language...

Fietscrisis

In de nacht van Zaterdag op Zondag werd het me volledig duidelijk ik heb een heuze fietscrsis. Rond een uur of drie werd ik zwetend wakker na in mijn slaap dagenlang het Kopje van Bloemendaal te hebben gedaan, in achtjes, het kopje beide kanten en weer, kom op even doortrappen, de koningin van kopje, de rode brievenbus en weer door het achtje, pak m van beide kanten, het steile stukje, blijven trappen Rose, en daar is de rode brievenbus weer, in een vlaag schiet ie in mijn ooghoek aan me voorbij, het kopje versneld alsof het een ritje op de kermis is, eeuwige achtjes en maar rijden.

De aanleiding tot dit nachtelijke drama was een afspraak die ik had met mensen om te fietsen op Zondagmiddag om 3 uur. Mensen waar ik nog nooit eerder mee gereden heb. Nadat ik al twee weken niet meer met mijn fiets de weg op ben geweest.

Ik ben een angstige fietser.
Een nieuwe fiets houd voor mij in dat ik de eerste twee ritten met tranen op de fiets zit.
Een nieuwe route houdt in dat ik na dertig minuten hoofdpijn heb.
Tegenwind doet mij vrezen dat ik geen kracht heb.
Fietsen met vreemden jaagt me angst aan om de natste krant te zijn.
Een geplande tocht, met onbekende route, dat houd voor mij twee weken twijfel in.

Twee weken terug reden we over een viaduct en ik reed zo ver mogelijk van de railing vandaan zonder te kijken naar de diepte onder het viaduct. Zo onrealistisch is het niet dat een windvlaag me van het viaduct af schept.

Afgelopen zomer bevond ik mij in een rit tussen 40 kerels volle bak rijdend, doodsangsten stond ik uit.

Toen ik begon met fietsen deed ik dit 's avonds, eigenlijk 's nachts terwijl de wegen leeg waren. Bij elk kruispunt clickte ik ver voordat ik het naderde weer uit zodat ik niet zou vallen, om me heen kijkend, hopend dat er geen auto was waar ik op zou knallen. In deze begin periode, tijdens nachtelijke ritten begon ik ook soms met een lach te rijden, staand op mijn pedalen en knallen. Fietsen gaf mij het soort spanning wat een ritje sixflags mij niet bieden kan.
De combinatie tussen mijn angsten trotseren en mijn grenzen leren kennen om deze te verleggen. Het leren mooi op mijn fiets te zitten, traptechniek verbeteren, duurvermogen opbouwen, routes ontdekken, op avontuur gaan, het ritme en de steeds maar doorgaande weg.

Ik ben verloren, verliefd op het fietsen en de liefde wordt beantwoord.
Zoals met elke relatie komt er na de euphorische periode van verliefdheid een tijd waarin het feest voorbij is en waar zal blijken of er sprake was van opwelling en een licht dat eenzaam uitdooft of een relatie voor het leven tussen twee geliefden die elkaar compleet maken.

Wat dit betreft ben ik net een kerel, ik ben een beetje bang mij te binden en laat mijn geliefde fietsen in de winterkou staan, dat terwijl ik niets liever wil dan rijden, de weg op. De beste excuses verzin ik om niet te hoeven en rusteloos zit ik met de leegte die het niet participeren in de relatie met fietsen in mij achterlaat.

Mijn geliefde fietsen, ik houd van je, ik verlang naar je, maak me compleet, ik ben verloren. Mijn fiets staat in de gang al klaar, morgen ga ik een ritje maken....
met iemand met wie ik nog nooit gereden heb...
zal ik afbellen?

En daar ga ik weer.

Saturday, August 29, 2009

Sissy-ism

Where did the summer go?
I am presented with wind and rain and it gets dark earlier and I find it cold. I have hardly biked this week and that makes that I feel a bit guilty, I have this commitment to do the two rides in September and me not biking right now gets in my thinking as lazy. I need to give myself a break, I am not Lance-friggin-Armstrong, nor am I Alberto-living-in-sunny-Spain-Contador. I am Rose, I just started biking and the weather isn't all that good. This actually is the kind of weather that seperates the woman from the girls and the girls from the sissy's.
And I am proud to say that I am a sissy this week.

Honorary Sissy, that is me!

I have been taking care of some girly stuff, and I must say it has been an adventure.... that is a bit over the top, I have just been doing some other things really. Summer is almost over and there still is more to life than biking.

Check out this website >>>>CLICK HERE<<<<< it is in Dutch, so let me explain.
This is a foundation that collects hair for cheaper wigs for children who due to disease have lost their hair. People can donate their hair and the hair gets selected on color and a wig will be made from the hair of several people. Then the wig goes to a child.

I love that, I really do.

Since I am a sissy this week and taking care of girlie-stuff I had a hair job done and have a new hairdo, it is SHOOOOOOOORT.



















And my hair will go to this foundation.
I have been thinking about donating hair to these kids, and yes I have wondered about the importance of hair when one is about to die. Does it really matter to be bold when you are really sick? I don't know. One thing I do know is that little things can make a day. For me, the short hair, I feel different, more fresh. I was a bit ashamed of my long hair, i felt like I looked like I wasn't taking care of me. Now I feel fresh and I have the idea that what I send out with this look is energy and strength and playfullness. So taking that hair away from my head already has that effect on my mind. I don't know what a wig will do for that kid. I do know that the small action of donating my hair, makes that I am excited. In a small way I am able to help. Small things matter.

Monday, August 24, 2009

Empty and yet so full


Okay, here I am, Monday evening, tired and empty.Yesterday was bike ride day, the big day.We did a 117 km (72.7 miles) ride and it was pretty warm and pretty new and for us pretty big.

For Mira and me it was the first time to be part of such a ride, normally we ride around the area where we live and we follow our front wheel and see where we end up. This ride was all planned and arranged, and there were other people on bikes.

When I was a kid and I had my birthday party coming up, I would work myself up all week, getting excited, being busy with it in my head, to only end up cranky as shit on my birthday, tired and not really able to have fun. All these years later not much has changed, apart from my awareness around this. I believe it was on Wednesday that I realized that I wasn't really looking forward to biking with other people, on Thursday I started worrying about the route that was new, on Friday I decided to put new pedals with a new click system on my bike and on Saturday I kinda lost my ability to function within regular society. I have been told once that cyclists are the most obsessive among sporters, I fit in, I truly fit in. I am anal, obsessive, controlling and rigid. So Sunday morning I was so nervous that it was really hard toeat, not handy two hours before a long ride.

When I was a kid I was unable to turn my birthday day into a nice experience, I believe I withdrew a bit from the other kids. Sunday I did not had to do my best for that at all. Since both Mira I just started we were slower than most people, so after some time we had our own private ride. We talked about giving up and we continued riding, we talked about taking it easy and we continued riding. I cried and thought about giving up and I did not get off the bike, I continued, with the support of Mira. Mira thought she was not able to get into it after lunch and she could, with my help. Unlike the past, with the birthday parties, I was able to turn my day in a very, very successful day, simply by practicing perseverance and by participating. That may seem simple common sense while sitting on the couch. On a bike, in the journey, it takes tapping into a strength that one does not use on a average day.

At the end of the ride our route and the longer one came together and we joined a bunch of guys. We all finished our ride and that gives something really nice, a feeling of being connected. It doesn't matter all that much how fast one went or how far one went, we are all there at the end and finished, our bodies tired, our asses sore, our spirit high and bright. It is the feeling of finishing, the experience of accomplishment that is really special. I don't think one needs to bike for that, it can be done by finishing a course, driving for your licence, painting the house etc. etc., simply setting a goal and making it.

It was a long and heavy day for me, needless to say that I was tired when I came home and slept like a baby. Today I was still tired and I felt a bit empty. When we were at the station yesterday to go back to Amsterdam we saw some bikers doing stunts, we also met a guy who had just finished a 24 hr mountain bike ride. We were on a natural high and zoning the crap out of our heads, not all there. At home under the shower I cried, had to let some emotions out.


Today all of that was gone, yet I was too tired to pick up my normal Monday. At a certain point I started to feel really empty and a bit negative, so I called someone and told that person about my day yesterday. He is a runner, he knows this. While I told him about my day, about the bikers we met, about almost giving up and more, I started to feel happy and full and grateful for my day yesterday.

It is all just perspective, everything is. A day can be like clay in my hands I can make or break it. I can withdraw, like I did as a kid, or I can participate, like I did Sunday. I can sit in it alone or I can share it. I can enjoy being tired or take it as a problem and be frustrated with myself all day. I can be sad and empty because yesterday is over or I can be celebrating because I could have yesterday and hold the memory today.

It is the good old glass thing, is it half full or half empty, if it is half empty it might be because I enjoyed some good milk and bless me I still have half a glass left.

Friday, August 21, 2009

FEARRRRRRRRRRR

Sometimes I have my feelings so mixed up, ever noticed that fear and excitement feel rather similar? I mix them up all the time, thinking I am afraid and after a talk with one of my friends I get that it is excitement that I am feeling. I don't like it, it is a nervous like feeling, it is a big and busy feeling.
So this Sunday I will be in this bike tour, all people I don't know, riding a road I don't know, I even have some new parts on my bike that I don't know. All new... and I am still the queen of control, not liking stuff that I am not the boss over. I am all worked up, like a young kid and her birthday, I know what dress (bike clothes) to wear, I know how I want my hair (helmet), I know what shoes to wear (bike shoes attached to the pedals) I know , not I do not know will be at the party and I don't know what they will do. I asked a fellow biker if he has this also and he told me it is normal.
NORMAL? I am not functioning anymore, I am nervous, emotional and sitting on my couch elaborating on whether I should bike or not today. I have a hard time focusing on my work and I feel the need to put all my biking belongings in a place where I can see them, just to be sure I have what I need.
I think I am a bit afraid for new stuff and that is why I do it, because it is also exciting and a challenge. I think I am not really afraid.

This morning I was on the phone with my mom, my dad had a lot of hospital stuff the last years because he had cancer twice. I told my mom that I was reading the book of Lance Armstrong about how he survived cancer. My mom and I talked a bit about my dad, he will have a check up next month. Five years after all the chemo and stuff cancer patients are being checked to see if it is not coming back.
I remember the first time my dad got diagnosed, I got this phone call and right away everything in me went silent, no thoughts, no feelings, nothing. Just the words "dad has cancer". My first action was to go online and look up everything I could about cancer.
The second time I took a huge distance from my family when I heard it. My dad was in the hospital in Paris where they could treat him for the rare cancer that he had. When I first heard it, I again had this silence, this emptiness and the next day I was angry and afraid and within no time I took a distance emotionally.
I have noticed that, that is what I do when I am afraid, really afraid, it goes still and naturally I know to put one foot in front of the other.

My mom and I also talked about the last months I had. Some time ago I went to the doctor because there was this thingy growing out of me. He told me it had to be removed and it had to be checked, so I made an appointment at the hospital, I had surgery etc etc. It all took long, long waiting for the first check, another check, next check, surgery, waiting for results etc etc.
I had that silence again, I made my world really small, not that I choose to do so conscious, I just knew the people to deal with and to not get others involved. I was afraid and because of my inner silence it did not paralyze me.
At times I was irritated, something was in my body and I wanted it out now. This was all so much between my body and me. Also the surgery, the waiting, the operation room, the coming by, it was all very silent and alone. Somehow I was able to let things be the way they went. Everything turned out to be okay, it wasn't cancer. And I got a bonus out of it, I became fully aware of my love for my body, I want to take good care of it, and I know now even more that I want to live.

Thing is that there is fear and there is fear. What I have for Sunday is not fear, it is exciting. Excitement feels like fear only that silence of logging into the basic needs mode is not there. That is because there is no need to do so. Excitement is fun, doing new stuff is fun, finding challenges is fun. I do it because I get a kick out of it and in the end I want more. I do not have to go into basic needs mode because if I do so I will miss out on the fun.

I really feel that I have gotten a bit too personal here, and am a bit ashamed, then again I am proud at me doing this. I am glad that I discovered I am not afraid, but that I am excited, so that tomorrow I can blog about something mild, light and shallow.

Boy am I gonna have fun on Sunday!

Thursday, August 20, 2009

No bikers for you my friend!














The bikers were not there, being cool is a fulltime job, so maybe they did not have the time to play tonight. I did take a walk and took a picture, the weather is bad now, it will rain and thunder tonight and that gave great light. While I enjoyed that and made pictures I learned something new about "cool".
The absence of one cool does not exclude the other.












Meet Gina Lolo, the coolest bitch in town.
And for the bikers, I will follow them until I can make some pictures, maybe better luck next Thursday.

There is more to life than cycling

Oh my god, it is HOT, un friggin bearable hot and humid.
Right there is a thing with Dutch summers, they hardly ever are hot and when they are it is humid. I live in an attic, so staying in was just not an option and also to go out biking when it is like this, really not my top of the list fun thing to do.
Today I decided to do other things to cool off. I was noticing that all I was thinking about was my bike, so I needed a break from that one, after some heavy withdrawal I was able to come with a fun thing to do. I went into the city to look for cool things. Coolness is what keeps me going on a day as hot as this. Cool can just be so many things really. It is really subject to opinion, scene, personality, culture and age. So what is cool?

Like a true bike addict I first went and asked for help from my specialist in cool bikewear at Lohman (a bikeshop in Amsterdam, that hopefully will have a good website soon). See I fully and completely put my coolness in bikewear presentation in the hands of a tiny, somewhat chubby, bold guy who works at the bikeshop. Why? He'd never sell me bullshit when it comes to
bikewear. Now cool in terms of warm weather is something fresh, cold a relief from the heat. In biking terms there is something that can offer something similar.


This sizzling sense of relief. Something that makes every biker wanna go oooomph. I have seen it happen in that shop that several grown up guys get all excited about this product.
It is ... BUTTCREAM. Right, okay.... I am just guessing that today, the regular bike scene will not offer me the ultimate coolness. Time to move on.

Living in the capital of my country, a bigger city, there is always something cool to do. Many people have an image of Amsterdam that is very much defined by the hashbars and the hookers, but there is more to Amsterdam then that. In the area of the city where I live there is a sculpture show going on. I didn't know that until I biked passed this wooden fellow.



And he is not alone.
There is onion girl.


We also have the mom of Jack the Ripper. (lil' Jackie wasn't happy)
And some sort of muppet car.


I am not trying to make fun of art here, I really loved the sculpture of the woman with the chopped of head. It is also so very Amsterdam to do that next to a school. I was happily surprised to find this in my neighborhood and I find it cool. However I can imagine that there will be people who find it complete pulp and who much rather go to a hashbar and after that visit a hooker. Or just hang at Museumplein and be one of many on a highly unique vacation picture.

The thing with coolness is really that there is no one way to be cool. For one it can be relief from the boring place where he grew up, for the other it can be the relief of self. The way I see cool has changed really. For a long time my cool always was related to other people, how they would see me. Today hanging around in the city, making pictures of what I liked, that was cool, that was fun. It is cool in relation to myself. Ten years ago being cool was for me being part of a group, not having my own identity and copy catting the shit out of what they did, just to belong. I wanted to be like other people. What I know now is that I wanted what they had, they were who they were and that was attractive. Their coolness wasn't all that much in what clothes they wore, what parties they'd go to or how they talked and walked, it was in their acceptance of self and freedom in moving on this planet feeling good in their own skin. My friend Mira has that, she is okay with herself and has the courage to share that. My friend Jonah has it, part of his self is that he loves goodies, so he always has funny things, cool stuff. I stopped copying him, the stuff is cool on him, because he is cool not because of the stuff.

Tonight I am going to watch a bunch of guys playing polo on their bikes. Pretty cool. They are riding on fixed gear bikes. That is such a hype world wide. I almost got myself one of those bikes, because I felt that that would make me cool. So I looked at how to build one and how much it would cost me and then I realized that I was only getting it to look cool. And I asked myself what I really wanted, that resulted in my latest roadbike. Glad I do not need to be cool anymore.
I am comfortable with the fact that I can be a bit nerdy, that I bike in a tight outfit and pink glasses, I like that I spend the afternoon by myself making pictures of sculptures. And that is my coolness, I like being me. And tonight I will bring all of that to watch these guys ride their bikes and in all my coolness I will make pictures and post them here later.

It is still hot outside, my quest for coolness didn't change that, but I sure had a fun day!