Sunday, May 30, 2010

To Alpe or not to Alpe

Het verblijf is op de camping Piscine in het dal, sinds we zijn aangekomen ben ik al duizelig en misselijk en wandel ik een beetje verdwaasd achter mijn clubje aan. Mijn clubje bestaat uit Sander Heezen fotograaf, Gerrit Walraven de Teamleider  Deelnemers coordinatie en zijn vrouw, Suzy. Dochter Loes is door gezondheids redenen nog in Nederland. Vierde lid van ons ploegje ben ik dus, Rose Mentink... poldertrapster.

Mijn clubje Alpengangers is al ervaren, ze hebben gesprekken over voorgaande jaren en in de supermarkt is het een weerzien van Alpe D’HuZes vrienden en komen we eigenlijk niet toe aan boodschappen doen. Op de camping worden ontspannen rondjes gelopen en hier en daar maken de leden van mijn groepje een praatje met andere organisatie leden van het evenement.

Het is voor mij wel veilig om zo, voor de eerste keer op de Alpe, mee te liften op de ervaring van de organisatie. Voor hun is het in alle waarschijnlijkheid een vermakelijke, maar ook een intieme belevenis om het evenement door de ogen van een poldertrapster mee te maken.

Ik zit op dit moment in de grote hal van het Palais des Sports, we zijn met de auto naar boven gereden met als doel de vrijwiligers die hard aan het werk zijn te gaan helpen met het opbouwen. En om te kijken hoe het er hier boven aan toe gaat. Voor het entree staan twee grote vrachtwagens, waar een groep mensen flesjes met sportdrank aan het uitladen zijn, binnen wordt de merchandise opgebouwt en de dames van de bar hebben een “Holland House” gecreeerd met slingers en een mooi verzorgde bar. Het is hier geen drie sterren horeca, niet de geoliede machine van een evenementen buro. Hier op de Alpe lijkt het meer op een samenkomst van verschillende mierennesten, waarvan de leden van de mierenstammen elkaar al kennen en waar iedereen met zijn eigen motivatie en passie voor het evenement zijn werk doet. Een banner wordt opgehangen met stukjes stage tape en donderd vervolgens weer rustig naar beneden. De slingers van de bardames die zij langs de trap hingen worden bedekt door banners met sponsornamen. Kinderen van Alpe D’HuZessers zijn aan het pingpongen, balletjes die de ruimte door vliegen. Sander, de fotograaf is op zoek naar de persruimte. Johan van der Waal, koersdirecteur laat zijn haar zien waarin het logo van Alpe D’HuZes is geschoren...

Ik voel me een beetje verloren, zo hier boven op de Alpe. Tussen al die mensen die lijken te weten wat er te gebeuren staat en wat ze moeten of kunnen doen. Ik voel me klein en nietig en dat heeft weinig te maken met de mensen die hier rondlopen.  Als ik in mijn eentje naar buiten ga lopen de tranen over mijn gezicht, ik heb ineens enorm de behoefte om mijn vader even te bellen om hem te vertellen dat het goed met me gaat, maar eigenlijk wil ik uit zijn mond horen dat hij in mij gelooft, dat hij vertrouwen in mij heeft. Want zelf geloof ik het even niet meer...

Af en toe zie ik een fietser in fietskleding rondlopen, zij kwamen met de fiets naar boven. Ik niet, ik kwam met de auto en dat had ik misschien niet moeten doen. In de auto ben ik geschrokken van hoe steil omhoog de weg gaat, dit is geen Amerongse berg, bocht na bocht gaat het maar door, met aan de ene kant meer berg en aan de andere kant mist en daar doorheen grote witte toppen van nog meer bergen.
In de aanloop van dit evenement begreep ik niet zo goed waarom iemand een berg op gaat fietsen om geld in te zamelen voor kanker, in theorie zag ik ergens het idee wel van “opgeven is geen optie”, maar het drong nog niet zo tot mij door.

In de auto ben ik net gaan huilen, ga ik deze weg opfietsen?
Deze bergen zijn groter, veel groter dan ik, ze zijn ouder dan mijn leven en zullen na mij nog eeuwen lang blijven bestaan. In mijn kleine wereld ben ik het middelpunt van mijn bestaan, maar nu, hier op de berg snap ik hoe klein ik eigenlijk ben. Ik vraag me af of ik wel sterk genoeg ga zijn.

“Opgeven is geen optie” maar ik heb gewoon een keuze, ik kies ervoor om deze berg op te rijden, ik kies ervoor om de strijd aan te gaan met iets wat groter is dan ik. Op dit moment rijdt mijn vader waarschijnlijk weer terug van het ziekenhuis, waar hij dagelijks heen gaat om zijn chemo te krijgen. Hij heeft ook een keuze, net als ik. Met het verschil dat als ik ervoor kies om niet te gaan fietsen ik misschien een ego met een deukje eraan over houd. De feiten zal ik weg kunnen rationaliseren en na zoveel jaar kan ik terugkijken en zal ik het verhaal wat aandikken, maar ik zal me altijd blijven afvragen hoe het geweest zou zijn als ik wel gegaan was. Mijn vader.... zijn keuze, wel of geen chemo, is een hele andere, het is namelijk een keuze van leven of dood. Opgave is altijd een optie, maar het zijn de resultaten en de passie voor wat is die de keuze bepalen, mijn vader houdt van het leven en is niet bereid dit zomaar op te geven... ik houd van fietsen en ben niet bereid dit zomaar los te laten.















































Saturday, May 29, 2010

Vive la France, vive les montagnes

Eigenlijk was ik van plan een stukje te schrijven over de heenreis, over hoe ik vanmorgen in het gestresste Amsterdam zat en hoe ik dan geleidelijk aan richting de Alp reed en hoe deze rit begon met een enkel autootje en hoe dat er twee, drie en vier werden, allemaal met Nederlandse nummerplaten en fietsspullen in de achterbak en hoe we elkaar herkenden bij tankstations en bij wegrestaurants gezamelijk naar het buffet liepen vrolijk pratend over de komende Alpe D’huZes...

Ik wilde er een leuk stukje in mengen over hoe we tijdens de reis meezongen met Billy Jean van Michael Jackson en hoe we het spelletje “Wie ben ik” afwisselden met nummerbord raden en hoe ik af en toe dutjes deed en droomde over fietsen.

Maar dit is allemaal van een minder belang, een mindere hoge waarde op de schaal van ervaringen die gedeeld dienen te worden.

Ik dacht altijd dat een lekkere maaltijd mij echt stil kon krijgen, of het zien van een mooie fiets, een goed verhaal kreeg mij ook altijd wel stil, maar vandaag, wat er aan het einde van de 1000-nog-wat kilometer lange rit gebeurde... tranen en geen woord meer uitbrengen.

De Ornon, Galibier, Glandon, Croix de Fer, Les Deux Alpes en dan ook de Alpe D’Huez... ik zat in stilte met mijn zonnebril op in de auto, om me heen kijkend, een traan over mijn gezicht, verwondering... wat een grote jongens.

In Zuid Afrika heb ik wel de Drakensberg gezien, maar deze jongens vandaag, sommigen nog met sneeuw op de toppen, ik zie ze nu door heul andere ogen. Dit zijn namelijk bergen die ik niet tot me neem door er naar te kijken, een aantal van deze jongens ga ik deze week oprijden.  Zo hoog? Ga ik helemaal naar boven, is dat de bedoeling?

Kunnen mensen dit wel? Ja dat moet wel anders zouden die huizen er immers niet staan...
In stilte voelde ik zo’n enorme dankbaarheid, hoe is het mogelijk dat ik, Rose, Poldertrapster hier nu is, wie ben ik  dat ik dit mee mag maken? Nog steeds zit ik met een glimlach op mijn gezicht, ik ben een beetje druk van binnen en hoop dat ik kan slapen. Wat enorm opwindend is het om hier te zijn.

Ik ben met mijn fietsje al het dorp in gereden, morgen om 11 uur gaat het beginnen, de eerste berg op. Zal ik een klimmer zijn?

Monday, May 24, 2010

hoofdzaak

Gisteren zat ik te denken over hoe sterk ik wel niet ben, dan bedoel ik niet fysiek, maar meer “ik” als mens. Dit kwam door de inspiratie brief die ik ontving voor de Alpe D’HuZes. Dat is een mail die de rijders en vrijwilligers ontvangen om het moraal een beetje gaar te stomen voor het bizarre afzien om geld in te zamelen. De mail ging over afzien en wat mij aansprak was dat er werd beschreven dat elke fietser die omhoog rijdt op het punt komt waar het genoeg is, waar het hoofd zegt dat het niet mogelijk is. Mijn hoofd vertelt me dat nu al!


Wat de schrijver vertelde was dat dit punt niet meer dan een moment van intens zelfmedelijden is en dat sprak mij aan, dat begreep ik. Ik weet al dat ik pijn ga hebben, dat het fysiek zwaar is om een berg op te rijden, maar wat heb ik aan ervaring om mezelf mee te geven als dat moment van zelfmedelijden komt?


Vorig jaar ben ik geopereerd, de week na de operatie lag ik jankend op bed en had enorme pijn. Niets maar dan ook niets hielp, anders liggen, beetje bewegen, afleiding, het hielp niet! Aan het einde van die week ging ik weer een beetje lopen en een wandeling die normaal tien minuten duurde nam ruim drie kwartier in beslag met aan het einde pijn, vreselijke pijn. Na zo’n wandeling kwam ik thuis en viel direct in slaap. Ik was ondanks de pijn in staat om de wandeling te maken, waarom? Omdat ik het wilde en omdat ik de pijn niet groter maakte dan dat deze feitelijk was. Dus als ik dat kan, dan kan ik ook een berg opfietsen.


Soms als het tijdens het rijden me wat te zwaar wordt dan helpt het me om te herhalen in mijn hoofd dat aan alles een einde komt, zolang ik maar doorga. Dat doet me denken aan mijn vader. Hij heeft door de bestraling last van oedeem en hoort daardoor minder, praat moeilijker. Toen ik hem aan de telefoon had, was hij daar heel rustig onder, vertelde me dat het een noodzakelijk ongemak van voorbijgaande aard was. Vermoedelijk herhaalt hij in zijn hoofd ook dat aan alles een einde komt, zolang hij maar door gaat.


Vandaag heb ik een stukje gereden met Dalton en hoe hij het zag sprak mij ook wel aan. Het was herkenbaar. Als we pijn voelen, door bijvoorbeeld zwaar te fietsen is onze eerste menselijke reactie de actie die de pijn veroorzaakt te stoppen en door het tegenovergestelde te doen knip je als het ware de verbinding door en leg je een nieuwe. De verbinding van doorgaan of in wielertaal diepgaan of afzien. Het vermogen om niet naar je instincten te handelen en zo de grens over te gaan. Iedereen heeft een andere methode, een eigen manier, om dit te doen. Voor mij werkt het om te herhalen wat anderen tegen mij zeiden. Zo vertelde Eric me dat afstappen verslavend werkt, door dat te herhalen kan ik nog even door. Guido, de sportarts, vertelde me dat ik die benen best wel even lekker mocht laten branden, dat alles vertel ik mezelf als mijn hoofd me zegt dat het nu echt genoeg is.


Een methode om door te trappen als het hoofd schreeuwt, is deze stoorzender te laten razen zonder al mijn energie te verliezen aan pogingen het te negeren. Ik ben zo enorm benieuwd naar wat Kenny van Hummel deed vorig jaar tijdens de Tour of Gesink, die na de zoveelste val toch in staat bleek door te rijden. Welke methode zal deze broodnuchtere boerenzoon eigenlijk toepassen?

Sunday, May 23, 2010

...eigen tempo

In 2009 is het begonnen, tijdens de Tour ongeveer. Of kort daarna, mijn vrienden waren op vakantie en ik had net mijn reis afgezegd zodat ik een nieuwe fiets kon kopen, mijn huidige racer. Ik had gemerkt dat ik op de fiets mijn meest gelukkige momenten beleefde en ik wilde dat delen met de mensen om me heen. Zo begon ik mijn blog... in schaamte omdat ik bloggers eigenlijk verachtte... in het engels, zodat mijn vrienden in andere landen mee konden lezen... over fietsen en lessen die ik leerde, eigenlijk over mezelf en het ontdekken van wat ik leuk vind en wie ik naast de Rose die ik al kende nog meer kan zijn. Na een tijdje kreeg ik reacties en drong het tot me door dat mensen mij inderdaad lazen, ik ging op twitter, meer mensen vonden mijn blog en ik werd gevraagd om voor krachttraining.net een column te schrijven. Langzaam, langzaam als een rit tegen de wind in kwam ik verder en verder.

Ik sta op het punt om te vertrekken naar de Alpe D’Huez om daar als vrijwilliger aan de slag te gaan voor de Opgeven is geen optie-aktie. Mijn fiets gaat mee en ik ga zelf dan eindelijk ook klimmen. Omdat dit voor mij best wel groot is en ik ook wat angstig ben voor deze nieuwe ervaring ben ik aan het kijken naar wat ik zoal heb gedaan het afgelopen jaar, wat daarvan nieuw was en hoe het me is afgegaan.

Mijn klimlijstje is nog minimaal: Kopje van Bloemendaal, Amerongse berg, Posbank, Grebbeberg, Holterberg en de Lemelerberg. Maar ik heb ze allemaal overleefd, dat terwijl ik dacht dat ik dat nooit zou kunnen.
Mijn schrijverservaring is nog niet zo uitgebreid: wat nieuwsbrieven voor bedrijven, een column, mijn blog en een paar advertorials en nieuwsberichten over wielrennen.  Ik dacht dat mijn stukjes alleen door mijn moeder werden gelezen en dat ik niet zo heel goed schreef, maar al met al, voor een poldertrapster en beginnend schrijver/journalist/columnist timmer ik al aardig aan de weg en ik heb zowaar mensen die het leuk vinden wat ik doe.

Ik vind het enig dat er mensen zijn die mij om tips vragen. Tips over wat te doen bij koude voeten op de fiets, welk gelletje, wat voor fietsbril, zadel, handschoenen of broek etc etc. Ik geniet ervan om de door mij opgedane kennis te delen met anderen. Ik vind het fantastisch om producten te testen en er over te schrijven. En sinds ik nu al een paar weken bij de Haan Wielersport in Oudekerk werk geniet ik nog meer, doordat ik mensen aan hun eerste fiets help en ik weet dat ze de mooiste sport allertijden hebben uitgekozen.

De absolute kroon op nieuwe ervaringen is tot nu toe De Twitterrit die ik organiseerde. Alle dingen die ik schrijf en doe bedenk ik op de fiets, tijdens het uitlaten van mijn hond, onder de douche of zittend op mijn bank als ik me een beetje verveel. Zo ook met De Twitterrit. Ik opperde het idee online en binnen no time ging het de Nederlandse twitterscene door. @Rickmeulendijks maakte een parchtige route, @PdHuisman ontwierp een logo. Het jonge grafische bedrijfje Madame Peacock sponsorde de rit met een website, we kregen banaantjes van een twitteraar en Progress Sportswear geloofde genoeg in het “De Twitterrit” initiatief om ons te sponsoren met t-shirts met het logo van De Twitterrit. Het luxe en twitterende restaurant JackiesNYC in Deventer stond positief tegenover de rit en hielp ons door achteraf een mooi bord pasta klaar te maken. Zo is er een netwerkrit onstaan die voor de deelnemers gratis is en waar de deelnemers de rit versterken door hun talent te delen. Een rit van iedereen!

Ik zal eerlijk toegeven, ik was bang dat het een flop zou worden, een paar weken heb ik getwijfeld, afzeggen of niet? Maar toen ik gisteren aankwam bij de vertrekplek in Deventer stonden er tien man in wielerkleding met mooie fietsen en dat waren mijn Twitterrijders. We hebben een mooie rit gehad, gezellig, langs een goede route. We hebben elkaar leren kennen en contact info uitgewisseld. De Twitterrit bleek behalve een leuke tocht ook een hele vrije manier van netwerken te zijn. Het was heel bijzonder om met getalenteerde, actieve, inteligente, trendsettende fietsers rond te rijden met als achtergrond de schoonheid van het Sallandse landschap. Onder de deelnemers waren journalisten, bloggers, creatieven, wedstrijdrenners en zelfs een bestuurslid van de NTFU. Ik heb het vermoeden dat De Twitterrit weleens een leuke wending aan mijn toch al zo spannende leven gaat geven.

Het mooie is dat ik door deze rit weer een bewijs heb dat nieuwe ervaringen meestal niet zo slecht verlopen in de realiteit, dat de angst die ik vooraf weleens heb echt in mijn koppie zit. Datzelfde koppie dat met al de leuke ideeen komt en stukjes schrijft. Ik heb door eerlijk te kijken naar het afgelopen jaar en mijn ervaringen dan ook een gemengt gevoel, enerzijds zijn er de zenuwen voor de Alpe, anderzijds heb ik enorm verlangen naar de ervaring en de verrijking, de groei.

Mijn computer gaat mee naar de Alpe, ik hoop over de moedige rijders en het evenement te kunnen schrijven. Mijn ervaringen zal ik ook delen op mijn blog. Omdat woorden weleens te kort kunnen schieten zal ik ook beeld toevoegen, gelukkig rijd ik mee met Sander Heezen, de fotograaf van o.a De Twitterrit, die al een aantal jaar foto’s maakt voor “Opgeven is geen optie”, dus beeldmateriaal genoeg.
Ach, een poldertrapster die en een blog kan schrijven, en een column, en een rit kan organiseren en en en.... die kan ook wel de Alpe oprijden, in eigen tempo, dat wel.

Monday, May 17, 2010

Tiepetjes

Op het forum van fiets.nl is er een topic over de verschillende soorten fietsers, de verschillende stereo typen zijn echt raak. Nu ben ik daar ook al een tijdje naar aan het kijken. Zo ben ik een tijdje terug gered door type “oude mannetjes” en word ik doodmoe van type “gemiddelde snelheid”. Wat ik zelf voor type ben weet ik niet, wat dat betreft heb ik een beetje een blinde vlek. Ik noem mezelf een polder trapster en dat doe ik in een soort valse bescheidenheid neigend naar schaamte omdat ik niet altijd mooi meekom. Ik ben onzeker en moet er vaak aan herinnerd worden dat ik nog maar net fiets.


Wat mij wel opvalt is dat ik fietsers en hun soort weet te onderscheiden en dat ik nu ook eerlijker naar ze kijk. Vorig jaar ging ik eens fietsen met een vrouw tegen wie ik ontzettend opkeek wegens haar fietsstijl en haar materiaal loog er niet om. Inmiddels doe ik hetzelfde als zij vorig jaar en zie ik mezelf niet als held, dus misschien was deze vrouw ook wel gewoon een poldertrapster.


Dan is er nog het wedstrijdrennertje, een toffe gast die zich niet hoeft te bewijzen en mij , een sinds kort fietsende vrouw van over de dertig, er niet perse vanaf wil rijden. Hij en zijn soortgenoten rijden, helaas, zonder helm, in teamkleding op een nette “fiets-voor-een-jaartje”, ze laten mij mijn gang even gaan als ik aanzet en laten me genieten van mijn 15 seconds of fame en met een rustige tred en een warme glimlach halen ze mij na een tijdje in. Na een rit met hen ben ik wel eens bang dat ze me een enorme sukkel vinden. Maar ze hebben dat niet nodig, ze weten al dat ze goed zijn en willen best nog wel een keer met mij fietsen.


Dan is er de helaas nooit prof geworden wielertoerist en de op latere leeftijd begonnen sportieve, ziet u mij wel, man. Het zijn deze twee laatste types die ergernis bij mij oproepen...


Laat ik het volgende zeggen, de gemiddelde snelheid over een bepaalde afstand zegt bitterweinig als je daarbij je gemiddelde hartslag en de pijn in de benen en de snelheid van het herstel niet deelt. Pronken met 1 lange rit per week stelt niets voor zonder daarbij te melden wat de trainingsarbeid van de rest van de week is. In het wiel hangen met tegenwind bij een magere net fietsende dame is niet cool, sterker nog het is schaamteloos.


Als ik terug kom van een ritje en er wordt gevraagd naar mijn stats en ik deel ze om vervolgens te horen dat het wat magertjes is, vraag ik me altijd af of zo’n manspersoon een blik heeft geworpen op mijn trainingsschemaatje.  En of hij zich wel afvraagt waar hij deze autoriteit vandaan denkt te kunnen halen.


Neem bijvoorbeeld vorige week. Maandag heb ik 30 km voluit gereden, dat was mijn rondje van die dag, berezwaar om in zo’n hoge intensiteit te rijden. Donderdag in de kou 70 km gepakt en het moeilijk gehad, de kou vrat energie, het hoofd wilde niet en ik had het gevoel af en toe stil te staan. Gisteren rond de 80 km gereden en dat was fijn. De rit van 80 km was best indrukwekkend in iets minder dan 3 uur, maar wat zegt dit nu over mij als fietser?


De statistieken als een soort verlengde van je BMW op tafel leggen is niets bijzonders. Jezelf vergelijken met andere rijders is niet nuttig voor een toerist. Feit is: er zullen altijd mensen zijn die beter rijden en ook mensen die zwakker rijden, wat zegt dat nu over je eigen waarde?


Mijn rit beoordeel ik op een aantal punten, ja ik kijk naar mijn snelheid, ja ik kijk naar de afstand en de hartslag, maar ik kijk ook naar hoe snel mijn herstel is, hoe ik van de fiets stap en wanneer ik me weer fris op de fiets voel. Ik kijk naar mijn koppie, hoe heb ik de rit doorstaan? Heb ik rusteloos lopen jagen of was ik in concentratie en reed ik mijn eigen rit? Geniet ik van mijn sport? Voel ik me beter over mezelf?


Beste dikke mannen op te dure fietsen, de waarde van een poldertrapper zegt niets over de waarde van een net niet prof als jij, als je jezelf wilt meten aan de ander dan stel ik je een daglicentie en een wedstrijdje voor. Maar laat je stats van tafel als je ze neerlegt om ermee te schermen. Houd de lippen stil en laat de benen spreken en ….. bedenk je dat een goed gesprek er niet eentje van schreeuwen hoeft te zijn, communicatie is ook luisteren. Fietsen is geen one man show, tenzij je Fabian of Alberto heet en oppermachtige benen hebt.

Thursday, May 13, 2010

PotentiĆ«le sleutelbeenbreuk…

Toen ik deze winter mijn eerste val maakte, door in een bocht met koud, glad weer over zo’n witte zebrastreep te rijden, vertelde iemand me dat ik pas echt meetel als poldertrapster wanneer ik mijn sleutelbeen eenmaal gebroken had. Ik vind dat een eng idee, ik kan me zo voorstellen dat het enigszins pijn doet.

Ik fiets weleens met iemand wiens motto is dat sturen het nieuwe remmen is. Met die gedachte ben ik een beetje aan het oefenen om harder bochten door te komen, in de stad, buiten de stad, alleen, in de groep. Slechts in het uiterste geval mag ik remmen, ik wil immers niet als een toerder de bocht door kruipen.  Doodsangsten sta ik uit bij sommige bochten: wat nu als ik tegen die muur oprijdt, of erger nog van dat dijkje af, een slipper maak en iets breek. Maar ja, alles om er niet als een toerder bij te rijden he...

Hoe groot is de kans dat ik val eigenlijk? Als ik volop meetrappend de Amerongse afrijd aan de lange kant. Als ik liggend op het stuur in een Cancellariaanse houding volle bak over een bobbeltje rijd. Als ik met nat weer plots moet remmen en mijn remmen met enige vertraging ineens de wielen weten stil te zetten. Of als ik een enorme zijwaartse rukwind op mijn uitermate onhandige, doch mooie velgen vang?

De nerd in mij zou wel een risicoanalyse willen maken, de empirische poldertrapster in mij weet de risico’s allang op te noemen, is op de hoogte van de toevalligheden en onregelmatigheden in de omstandigheden en zal niet eens proberen een risicoanalyse te maken. Fietsen in Noord-Holland is levensgevaarlijk! Zo simpel is het! En niet alleen voor mij hoor, ook voor mijn omgeving.

Zo begon ik gisteren in volle snelheid, tijdens het passeren van een niets vermoedende in stilte verkerende wandelaar, plots tegen mijn fietsmaat te praten. De wandelaar schrok zich rot!

Of de vrouw en de Garmin:“Links af! Nee niet hier, de volgende pas. Ja nu! Nee dat is rechts! Ja nu zijn we van de route, kunnen we mooi omdraaien.” Dat is niet veilig om voor je te hebben op de weg. In mijn geval is het nog erger: als ik op kop rijd en je vertelt me rechtsaf te gaan, ga ik doodleuk links. Gevolg, achter me, slordig op elkaar gestapelde renners.

Dan is er gewoon nog  het niet opletten, na een paar uur in eenzaamheid met de iPod over smalle plattelandswegen weer de stad inkomen en net, op een haartje na langs een rijdende auto schieten. Terwijl ik al zo leeg ben dat ik het me niet meer besef ...

Er zijn dus veel verschillende factoren. Maar er is 1 ultieme bottenbreker die in al zijn voorspelbaarheid heel onvoorspelbaar is en dat is de eend. Met nat doet ie een beetje raar, gaat ie midden op de weg in een plasje water zitten of aan de rand van de weg staan grazen. Her en der liggen ze in deze regentijd aan de kant van de weg: hoopjes veren met wat uitgesmeerd rood. Heel sneu. Maar als het erop aan komt, zijn die beesten vijand nummer 1 van de serieuze poldertrapster. Zo reed ik pas lekker een stukje met een jongen op een koersfiets waarvan de remkabels aan vervanging toe waren. Onder deze omstandigheden moest hij gespitst zijn op tijdig remmen of heul maar dan ook heueul goed sturen. Op het moment dat we met een snelheid van 32 een dijkje nemen, staat daar die eend... onbeweeglijk. Mijn maat gaat volop in de verrotte remmen en 5 cm voor de eend staat hij stil en klikt uit. Een zucht van opluchting en het besef hoe de afloop ook had kunnen zijn: chirurgen, mitella’s en de Tacx...  En de eend? Die bleef gewoon staan, bewoog zijn kop niet eens!

Vorige week, Ronde Hoep, de teller op 34 km/h, aan de rechterkant van de weg hebben meneer en mevrouw eend een momentje voor elkaar en voor mij een tegenligger in de auto. Ik houd mijn benen stil, het prachtige geratel van mijn naven snijdt door de stilte. Mevrouw eend staat op, meneer eend wordt gelanceerd en vliegt rakelings langs mijn gezicht, een hand voor mijn ogen en een slinger, een beetje uit evenwicht, meneer eend is weg, de tegenligger zet de voet op de rem en stuurt iets naar de andere kant van de weg, ik hervind mijn evenwicht, hand terug op het stuur, trappend, fiets bijsturen en naar de zijkant van de weg, mevrouw eend begint te waggelen, de tegenligger kijkt me recht in de ogen, ik hang met mijn lichaam iets naar de rechterkant en net op tijd voorkom ik dat ik een hoopje haar met wat uitgesmeerd rood aan de kant van de weg word.

Het zou je maar overkomen als eendenkuikentje, dat je op deze wereld komt met het verhaal van ma en pa eend die terwijl ze aan het “knuffelen” waren en een “nestje bouwden om jou, het eendenkuikentje te verwelkomen” er een mensenkuiken van de fiets werd gereden, omdat papa en mama eend zonodig langs de weg..... dat is toch ondragelijk!

En ik maak me druk om een sleutelbeenbreukje of een slag in het wiel.

Monday, May 10, 2010

Giro D'Italia dag 3

Nog een keer foto's, maar geen zorgen de woorden gieren al door mijn hoofd, dus de tekst versie volgt
(oh jaaa, dubbelklik op foto = foto groter)













































































































Na drie dagen Giro in Amsterdam on dorp kom ik tot de volgende conclusie... renners zijn ook mensen, geen aliens.

Maar deze jongen...























Hij lijkt misschien op zijn plaats binnen het prof peleton, maar in werkelijkheid is hij zijn ware carriere misgelopen, zijn carriere als model, maar ja hetzelfde geld voor mij en mijn carriere als fotograaf...

Mooie jongens, riekend naar smeersels, verderlicht, sneller dan de bliksem, het was fijn, bedankt voor jullie bezoek. Mijn hart maakte vele sprongetjes, ik zal jullie missen, we zien elkaar weer met de Tour... voor altijd van jullie, gepassioneerd en eeuwig trouw, liefs Rose Mentink, poldertrapster.

Sunday, May 9, 2010

DE Carlos Sastre foto

... hij laat nog steeds zijn gezicht niet zien,
ik zal doorgaan tot ik die grote grijns van hem op mijn foto heb, al is het het laatste wat ik doe :)

Saturday, May 8, 2010

Spot de Prof ... deel 2

Mijn hart maakte een sprongetje, nu was een bezoek aan het Cervelo materieel al bijzonder, het zien van echte profs reuze spannend, maar dat het nog redelijk rustig was rondom de bussen had ik echt niet verwacht...



















Schitterend dit jongetje en ik vind het leuk om te zien hoe er de tijd voor hem wordt genomen. Dat is wel het verschil, als je bijvoorbeeld kijkt naar een sport als voetbal, renners zijn veel meer toegankelijk, alleen als je zoals ik gaat stotteren als je ze ziet dan lukt het niet zo goed om ze te benaderen ...





































Even in de lens kijken is eigenlijk ook al een luxe voor me, ik vind dat ik enorm leuke foto's heb...




































En zo ook een volwassen jongetje dat om een handtekening vraagt... ook veel mensen die samen op de foto wilden... ondanks dat ik dat mijn hele leven genant heb gevonden als mensen dat deden, vandaag wilde ik dat ook wel een aantal keer... toerist in eigen stad en ik maar kritiek hebben op in oranje gehulde voetbal fans. Als het aan mij lag had ik in roze kleding emt elke renner op de foto gestaan...












































Na het parcours verkennen moesten de renners warm rijden, hier had ik me erg op verheugd, omdat ik dan foto's van ze kon maken terwijl ze stil stonden in de Tacx maar wel aan het fietsen waren...












































Maar ja.... als Carlos Sastre dan niet zijn hoofd omhoog doet en zijn grote grijns laat zien dan worden het toch een beetje saaie foto's...

Wie had ooit durven denken dat Cadel evans een spannender beeld op zou leveren dan Sastre?




































Ach... Cadel heeft ons de laatste tijd wel vaker verrast, dus hier ook, misschien doet hij eens gek en wint hij een grote ronde. De media heeft het er al over, tot die tijd is de regenboogtrui van deze wereldkampioen op de weg al een enorme prestatie.

Het valt wel op, het publiek stond voornamelijk bij de rabo's, Evans en Sastre rijen dik.

Ik heb erg genoten van het gesprek tussen twee dames die constateerden dat Sastre zijn fiets al helemaal klaar was en dat hij zo dat klemmetje uit zou kunnen rijden. Ik moet er niet aan denken zo'n proloog te rijden met een Tacx bandje...

Als bewoner van Amsterdam Zuid vond ik het heel uniek dit circus te mogen aanschouwen met mijn buurt als decor...

Maar mijn dag werd nog beter

To be continued...

Spot de Prof ...

Of gewoon de Giro D'Italia in de achtertuin....

met andere woorden..... heul veul foto's!

Als je er op dubbelklikt worden ze groter.









































































Amsterdam in de ochtend, de meeste mensen zitten nog in de trein en de renners zijn onderweg om het parcours te verkennen. Tot dit moment had ik nog nooit een prof gezien in levende lijve, wel op de TV.
Ik hoopte een prof van een afstandje te kunnen zien en was bang dat ik de hele dag in een massa mensen zou doorbrengen ...















Niets bleek minder waar, zo stond deze jongen zeker 15 minuten pal voor mijn neus aan zijn fiets te rommelen...

















En reden zij een aantal keer langs, vriendelijk glimlachend naar mijn fototoestelletje. Het zal er ook grappig uit hebben gezien, zo'n poldertrapster met een gigantische grijns op haar gezicht...

















Als er een Rabo langs reed om het parcours te verkennen werd er uiteraard gejuigd, tegen over me stond een vader met zijn puber dochters die het uitermate genant vonden hoe hun Pa stond te juichen...

















Nu ik zo'n beetje het maximale uit het parcours verkennen had gehaald kwam ik een beetje tot rust en kon ik lachen om mezelf. De eerste prof die 15 minuten aan zijn fiets stond te frutselen vond ik heel bijzonder. Net een alien... bleken er nog veel meer te zijn. 300 foto's heb ik genomen! Met andere woorden....

To be continued...





Friday, May 7, 2010

Cervelo, de Giro of gewoon een stukje

Confessions of a female cyclist mind...

Toen ik twaalf jaar oud was, had ik elk liedje van de New Kids On The Block, daar dweepte ik helemaal op. Ik was ook verliefd op zo’n jongen en op school was er een derdejaars die wel iets New Kidderigs had en hij, Sander, was dan ook totaal mijn held. ’s Avonds in mijn bed droomde ik over de New Kids, dat ze bijvoorbeeld hier in Nederland waren en me meenamen en dat ze mij, en ook echt alleen maar mij, adoreerden. Een jaar later was ik fan van Nirvana, mijn liefde was van korte duur.

De Giro is in Amsterdam en met de Giro ook de renners, zo logeren de Saxoos in een hotel vlakbij Schiphol, de Cerveloos bij mij om de hoek bij de nieuwe meer en in datzelfde hotel zitten ook de Russen. Ik ben nog op zoek naar de locatie van de Kazachs en eigenlijk vraag ik me ook af waar de HTC-treintjesclub-Columbia zit. De stad kleurt roze, de tramrails dicht, team wagens in de buurt, een podium aan het einde van mijn straat... het feest kan beginnen.

Ik ben deze week al de hele week flink ziek, heb dan ook in bed gelegen en mijn fiets niet aangeraakt. Op de internetfora lees ik met enige jaloezie hoe iemand met een stel profs heeft op gereden en daar ook nog een foto van heeft. Mijn idee was namelijk om gisteren de hele dag op de ringvaart te rijden om profs te spotten, maar ja dat zat er dus niet in...

Wel heb ik mijn fiets gepakt en ben ik naar het hotel van de Cerveloos gereden en heb daar, geen renner te bekennen namelijk, het materiaal mogen bekijken. Wat een giller mijn loodzware Focus in een Cervelo standaard voor de Cervelo auto. En ik in de vrachtwagen naast al die dure fietsen. Ongelovelijk mooi, het gereedschap ligt op een handdoekje en niet zoals bij mij thuis in een kistje gegooid waarin ik al graaiend zoek naar een biba of een kettingzweep. Ongelovelijk hoe goed georganiseerd, fietsen aan de ene kant, wielen aan de andere. En dan de mechaniekers, die hebben een overall met zo’n Cervelo e (met streepje) erop!

Nu had ik al gauw in de gaten dat ik geen renner zou kunnen spotten en besloot te vragen aan de jongen van Cervelo hoe laat ik het beste er kon zijn om de renners te zien.... en hier ging de communicatie een beetje mis. Hij gaf wel antwoord met een tijd, maar dat was dan de tijd waarop hij wel met mij uit eten wilde... en dat was toch echt niet mijn bedoeling. Op mijn twaalfde droomde ik toch over The New Kids On The Block en niet hun geluidsman? Veel is er nog niet veranderd hoor, behalve dan dat ik niet droom over Carlos Sastre of Theo Bos.

De schrijver in mij dacht er echter anders over, het is immers een leuke insteek voor een stukje, niet het team, maar de mensen die voor het team werken. Dus ik vertelde hem dat ik schreef en wel wat vragen wilde stellen om een stukje te schrijven en dat kon best wel tijdens een koffie. Nou dat wilde hij wel... nadat ik hem duidelijk heb gemaakt dat het echt koffie was en niets meer heb ik afgesproken...

Ik heb dus geen achtergrond stukje over hoe het is om mechanieker voor zo’n team te zijn en hij weet inmiddels dat nee inderdaad nee is, dat als een Rose zegt koffie dat ze dan ook echt koffie bedoeld. Ik zie hem nog zo zitten met een teleurgestelde blik die zei: “ze wil echt over fietsen praten”.

Maar goed dat ik op mijn 12e niet de geluidsman van de New Kids ben tegengekomen, ik dronk toen nog nieteens koffie.

Ach wie niet waagt die niet wint, denk ik achteraf, hij zal hetzelfde vooraf hebben gedacht ..... en ik? Ik heb een Cervelo t-shirt een Cervelo sleuteltouw en een paar foto’s van mezelf bij het Cervelo materieel, dat is al heel wat voor een poldertrapper als ik.