Vorig jaar toen ik mijn fiets kocht, zat ik in week 1 in het wiel bij een gozer die 34 km per uur een rit van 100 km maakte, aan het eind van die 100km kon ik niet meer goed zien, alles draaide, ik zat scheef op mijn fiets en ik was bang om naar huis te rijden, ik wist de weg niet meer zo goed. En de toon was gezet. Het verhaal van dat ritje is dat ik aan een collega vroeg of ik een keer mee mocht fietsen en hij nam een stel vrienden mee en vanaf de eerste meter zaten de heren op een senelheid van rond de 34. Ik wilde mee kunnen komen en zette alles op alles om dat te doen. Ik heb gejankt op de fiets die dag, regelmatig vielen er gaten en op mijn tandvlees reed ik die gaten weer dicht. De hele rit heb ik gereden op onwetendheid en karakter. Een week erna deed ik mee aan een tochtje van een wielerclub in Amersfoort en ik leerde op die dag dat fietsen op een klein ontbijt niet werkt, met een hartslag die op een gabbernummer leek zat ik weer jankend op de fiets. In week 3 deed ik mee met de Gerrie Kneteman Classic, met in week 4 de Dam tot Dam, 100 en 150 km. Tussendoor fietste ik ook nog en in Oktober hoefde ik mijn fiets maar te zien en ik kreeg de neiging om onder een dekentje weg te kruipen. Als ik mijn fietskleren aantrok schoot mijn hartslag omhoog en ik was voornamelijk erg verdrietig, want ik wist dat ik fietsen zo ongelovelijk leuk vond. Achteraf besef ik me dat ik gewoon iets te hard van stapel was gelopen.
Ik heb toen geleerd dat ik er goed aan doe om kleine stapjes te nemen, dat ik net begin en dat ik nog niet mee hoef te komen met al die ervaren fietsers en gisteren heb ik dat gedeeltelijk bevestigt gekregen. Voor mijn column op krachttraining.net ben ik gisteren in Amerongen geweest bij Guido Vroemen. KLIK HIER En we hebben het over training gehad. Ik vertelde hem dat ik ongeveer 8 uur per week fiets en dat het vorig jaar wat te heftig is gegaan voor me en dat ik nu merk dat ik moeite heb om mee te komen met sommige mensen. En het was zo enorm geruststellend wat Guido mij vertelde.... ik hoef niet mee te kunnen komen met die mensen, hij zei zelfs dat hij liever had dat ik vaker met mijn buurman train, die wat minder heftig rijdt, dan met die snelle gladde benen types waar ik mezelf iedere keer stuk mee rijd. Wat een ongelovelijke opluchting, hij vertelde mij wat ik al vermoedde maar niet durfde te doen omdat ik bang was een watje te zijn.
Het is best leuk om heel heftig mee te kunnen komen, maar als ik niet eerst aan mijn basis werk dan staat alles wat ik daarbovenop bouw zo scheef als de toren van Pisa!
Het is natuurlijk heel grappig dat ik de bevestiging van een sportarts nodig heb om overtuigd te raken van hetgeen ik al wist. Alleen is het voor mij zo moeilijk om te kiezen, ik zit telkens tussen twee Rozen in. De ene Rose fietst omdat ze het leuk vind en kan ook rustig aan doen en het op een gedegen manier opbouwen, de andere Rose is een fanatiek serpent dat elke kerel uit het wiel wil rijden en om wil kijken en dan grijnzend een knipoog geeft voordat ze nog meer aanzet. En ik begrijp dat de oplossing in het midden ligt. Wat ik vertelde over hoe ik me in Oktober vorig jaar voelde, volgens Guido was dat dat ik accuut overtraind was, dat heb ik weer. Ik ben erg dol op fietsen en ik wil dat niet nog ene keer ervaren.
Op 6 april ga ik bij Guido een Anaerobe drempeltest doen en ik ga maar eens een jaar de tijd nemen om te spelen op de fiets. Ik denk zelfs dat ik wel naar de tijdstrijderscup ga, maar dan als toeschouwer en dat ik de tijd ga nemen om aan die basis te werken en maar 1 keer per week met heftige mensen mee ga rijden.
Ik dacht dus dat een bezoek aan de sportarts eigenlijk voor hele heele heeele goede sporters was, maar als ik mijn ervaringen op een rijtje zet kan ik als beginnende sporter zonder begeleiding heel veel schade aanrichten en juist ik heb een sportarts nodig. Zo’n test die ik ga doen kan twee kanten op gaan, of ik kom er op mijn 33e achter dat ik de enige in mijn familie ben met sportgenen of ik kom erachter dat ik niet zoveel druk op mezelf hoef te leggen omdat mijjn lichaam toch meer de genen van een columnist bezit. In ieder geval ben ik er mee geholpen en die kerels die mij steeds als een pitbull in het wiel hebben ook. In beide gevallen zullen de resultaten van die test mij een structuur bieden waarbinnen ik aan de slag kan met mijn training. En de sportarts kan me zelfs verteleen hoe ik het beste trainen kan. Niet elke sportsarts doet dat, maar die van mij wel!
Ik ervaar een enorme opluchting, ik mag rustig aan doen, sterker nog, dat is beter voor me. Vaak ben ik het die mijn eigen prestaties in de weg zit, de lat ligt bij mij meestal hoog en dan oogt het resultaat vaak teleurstellend, in iedergeval niet goed genoeg. Ik heb vroeger, toen ik nog modellen werk deed, heel hard getraind om mijn lijf in vorm te houden, op mijn eten gelet en alles in het teken gezet van mijn carriere. Nu mijn carriere over is hoef ik niet aan een tweede ronde te gaan met mijn hobby. Misschien ga ik met het fietsen zelfs wel verder komen als ik plezier als hoofd doel heb.
Ach de tijd en de test zullen het uitwijzen......
Ik heb nog een hele mooie lange weg voor me, met veel uitdagingen en lessen en op die weg kan ik groeien als fietser, maar vooral als mens, het is voor mij heel wat om van een vreemde iets aan te nemen, maar die sportarts is vandaag uitgeroepen tot Nationale Held!
No comments:
Post a Comment