Vandaag sprak ik iemand, een Amerikaan die nu voor een bepaalde tijd in Nederland woont. Hij werkt bij een kliniek en helpt verslaafden afkicken. Zijn verhaal was bijzonder voor mij. Jaren geleden was hij zelf een heroine gebruikende junk in de straten van San Francisco en werd gearresteerd. Toen hij vastzat en nog 8 maanden moest zitten kreeg hij te horen dat hij kanker had, dat het al heel ver was en dat hij nog 6 maanden te leven had. Dat was in 1999. Hij heeft zijn leven omgegooid en ervoor gekozen om te gaan leven en zich niet meer te verstoppen met drugsgebruik, daarnaast helpt hij nu in Nederland jonge verslaafden. Hij zegt zelf dat kanker ervoor gezorgd heeft dat hij geconfronteerd werd met zijn vergankelijkheid en dat hij daardoor heeft gekozen om te leven.
Dit herinnerde me aan mijn kleine missie, ik moet verder, want mijn verhaal over de Alpe d'HuZes is nog niet voorbij. Kanker is een rotziekte en toen ik vanavond dit verhaal hoorde was ik verbaasd, niet omdat hij leeft en clean is, maar ik was verbaasd over het feit dat hij kanker had gehad. Voordat mijn vader het kreeg hoorde ik nog bij de groep die dacht “mij overkomt dat niet” nu ik weet dat mijn vader kankerpatient lijkt het alsof mijn visie is vernauwd en ik ergens geloof dat wij, mijn familie de enigen zijn. Twee extremen die beide niet juist zijn en die er beide voor zorgen dat mensen niet verbonden zijn. Mijn eerste gedachte was gebasseerd op angst en ontkenning, mij zou dat nooit gebeuren. De tweede is een gedachte van overleven, een tunnelvisie, mijn gevoelens in mijn leven. Beide zijn niet realistich en niet effectief. De realiteit is dat iedereen op de een of andere manier met kanker te maken heeft of krijgt en dat een realistische kijk hierop ervoor zorgt dat we iemand z’n kanker erkennen en we er kunnen zijn voor elkaar. Kanker is een eenzame ziekte, voor zowel de patient als zijn familie en door de aanwezigheid van deze ziekte te erkennen kunnen we ervoor zorgen dat er meer begrip is en dat die eenzaamheid van de strijd tegen kanker samen gedragen wordt. Ja. Is dat een utopie? Ik hoop het niet.
Jip gaat die berg opfietsen, door dat te doen wordt er geld gedoneerd, Jip moet ervoor zorgen dat hij sponsors krijgt, dat hij hulp krijgt, van ons. Ik heb geen idee hoe zwaar het eigenlijk is om die berg op te fietsen, ik weet wel dat ik er als een berg tegenop zie om het ooit zelf te proberen. Het lijkt me nogal wat. Ook weet ik dat er van te voren getraind moet worden, want zo’n berg een aantal keer op en af is niet niets. Jip is nu al bezig met alles wat hij aan sporten kan doen, zodat hij zijn conditie goed houdt. In de winter wordt er minder gefietst en daarbij heeft Jip last van een slepende rugblessure. Daarom doet hij nu veel core stability oefeningen, dat is je buik en je rug, en hij is veel bezig met hardlopen, mountainbiken, wielrennen en baanwielrennen. Als het weer beter is gaat hij weer buiten fietsen. Dat buitenfietsen is in de maanden januari, februari en maart voornamelijk gericht op zijn uithoudings vermogen en hij maakt in iedergeval ritten van vier uur. Wat ik weet is dat met het huidige weer, met de kou, het best zwaar is, ik houd het niet langer dan twee uur vol. Ik merk dat mijn lichaam veel meer vrebrand en na een uur zijn mijn tenen pijnlijk van de kou. Maar fietsen in de kou is ook erg lekker, ik noem het rode wangen weer. Ik vind het wel mooi hoe die strijd die Jip wil gaan leveren op die berg nu al begonnen is.
Omdat Nederland zo vlak is gaat Jip ook naar het buitenland om te trainen voor het klimmen, hier in Nederland maakt hij gebruik van de wat meer heuvelachtige gebieden. Eigenlijk benijd ik hem wel een beetje, voor mij is het allemaal nog theorie. Jip vertelde me dat de charme van het klimmen erin zit dat het zonder enige nuance laat zien wat je kunt. Dat klimmen een strijd met jezelf is, dat het niet zozeer die weg is die omhoog gaat, maar meer jouw eigen bereidheid om af te zien en om door te gaan. Hij vertelde me ook over prachtige locaties en uitzichten, de natuur. En het grote genot van de afdaling is er ook nog. Volgens Jip kan je, je dan uitleven en genieten van snelheid en controle.
Ik geloof wel dat het mooi is en dat er plezier in zit en dat een fietser er iets uithaalt. Ik kan wel heel heftige taal gaan gebruiken en zijn deelname aan de Alpe d'HuZes als heldhaftig beschrijven, maar ik moet niet vergeten dat het ook een mooie uitdaging is. In iets goeds doen voor een goed doel zit altijd wel een bonus. Het voelt fijn om iets goeds te doen. Voor mij is het schrijven over Jip en over kanker ook iets wat mij voldoening brengt. Ik kan nog niet wat Jip doet en op deze manier draag ik iets bij. Ik ervaar het als leuker dan alleen wat geld overmaken op een rekening nummer. Ik voel me betrokken. Door deze aktie krijgt kanker voor mij een gezicht. De Alpe d'HuZes aktie heeft voor mij ook een gezicht, dat is nu Jip die het gaat doen. Op de site staan meerdere teams en fietsers met een verhaaltje over wie ze zijn, waarom ze het doen etc. Dat maakt het heel persoonlijk. Iedereen kan zijn eigen sporter kiezen en voor de echte fanaten is het ook een evenement om naartoe te gaan. Het is zelfs mogelijk om als vrijwiliger aan de slag te gaan bij dit evenement. Voor mij is iets als dit veel gaver dan een collecte bus, ik kan bijdragen en deel uitmaken van de strijd tegen kanker. Ik vind het gaaf de motivaties van deelnemers te lezen.
Kanker raakt iedereen wel een keer, op welke manier dan ook...
Jip is niet uniek, ik ben niet uniek, mijn vader is niet uniek, de clubgenoot van Jip niet, Lance Armstrong niet, die man die ik vanavond sprak niet, mijn buurvrouw die net weduwe geworden is niet, de ouders van een kaal jongetje in het ziekenhuis niet...
Ik ben blij en dankbaar dat ik ook mijn steentje mag bijdragen.
To be continued....
No comments:
Post a Comment