Friday, February 12, 2010

Blauwe plekken en gladde benen...



Niet fietsen op de witte strepen of putdeksels als de regen op de straten gutst.

Een wit zadel wordt gecombineerd met een wit stuurlintje.

Uitkijken voor de tramrails.

Met een vieze fiets kan je de weg niet op.

Mannen op stadsfietsen gewoon hun gang laten gaan, na een tijdje snappen ze wel dat ik sneller ben.

Spatbordjes zijn niet cool, wel handig.

"Zeg, wat is jouw VO2 max eigenlijk?"

Fiets na regenachtig weer droogmaken, ookal is het mijn stads-race-fiets.

Een fixie is voor in de baan, niet voor op de weg.

“De profs doen het ook zo” maar ik ben geen prof.

Een bidon gooien naar een foute automobilist is geen verantwoord gedrag.

Het kopje van Bloemendaal is niet de Ventoux, maar kan best vervelend zijn.

Een helm staat misschien stom, maar als iedereen het draagt dan lijkt het bijna normaal.

Waar scheer jij je benen mee?

Hoe vaak dan?

Wat is er toch met me aan de hand, ik ga om met mannen die hun benen scheren en er openlijk voor uit komen, ik leef volgens oude wielerwetten, maar heb nog nooit een wetboek gezien, ik ga deze zomer twee weken naar de bergen, zodat ik goed diep kan gaan, ik zit op donderdagavond voor de TV op de fiets naar dokter House te kijken. Mijn salaris komt binnen en wat ik het liefste wil kopen is een zo’n strakke fietsbroek van 250 euro en een zadel van ongeveer dezelfde prijs. De laatse paar keren dat ik bij mijn broer langs ging had ik iedere keer een fiets onderdeel bij me, een wiel, een stuur of een zadel, maar  ik vergeet wel mijn pyama broek, make-up remover, gezichtscreme en tandenborstel. Vandaag was ik op weg naar Bagels & Beans aan het denken dat ik beter die lekkere coffee kon laten en op mijn fiets moest stappen, want met een graatje van 1 boven nul en een mager zonnetje kan ik mijn tijd toch niet verspillen met kopje coffee in die onzinnige Amsterdamse horeca?

Mijn huis is klein en ik klim tegen de muren op. Buiten is het koud en ik zeur daar al weken over. ’s Morgens word ik wakker en kijk meteen naar buiten om te zien wat voor weer het is. Mijn meest bezochte website is die van buienradar. Afspraken plan ik alleen nog in de ochtend of na vijf uur, in de tussentijd zou ik weleens kunnen gaan fietsen.

Godallemachtig! Ik heb hulp nodig! Het is een ziekte, een obsessie! “Mijn naam is Rose en ik ben een fietser.” “Hallo Rose!” 
Waar ik mijn hele leven volledig okay was met dagen binnen zitten wil iki nu maar 1 ding en dat is de weg op. Mijn agenda voor dit jaar staat al bijna vol; begin maart naar Omnisport in Apeldoorn; op 6 maart een damesrit op de Veluwe; een paar weken trainen; op 11 april de tijdstrijderscup; 18 april kijken bij de Amstel Gold Race en er met een vriend naartoe fietsen; 25 april een rit in Drente; tijdje trainen; 13 mei de Steven Rooks en dan nog allemaal andere ritjes, in Juni naar de Alpe, twee dagen terug in Amsterdam en weer naar precies dezelfde plek en het gaat maar door. 
Fietsen, fietsen, fietsen....
En ik vind het fantastisch.  
“Mijn naam is Rose en ik ben een fietser.” 
En dan zeggen jullie....... 


(hint je kan hieronder een bericht achterlaten, de meer fietsers de meer vreugd!)

1 comment:

  1. Gefeliciteerd.

    Ik ken de obsessie, scheer alleen mijn benen niet. Ik kan het natuurlijk niet aan mijn vrouw verkopen waarom mijn bennen gladder zijn....

    ReplyDelete