Sunday, January 23, 2011

hoge nood!

Meestal komt ie opzetten zo net voorbij Sloten of ergens ten hoogte van Ouderkerk. Het ligt er maar een beetje aan hoe ik rijd, want soms heb ik m ook in het Amsterdamse bos. Dan moet ik dus mijn fiets tegen een boom zetten, mijn jasje uitdoen en aan een tak hangen, mijn shirt om mijn nek laten bungelen, mijn fietsbroek op de knieĆ«n en loslaten. Ik noem het ’t acht kilometer plasje. Wat ik ook doe, hoe vaak ik van te voren naar het toilet ga, het plasje wilt altijd - ergens tussen de zes en tien kilometer van huis - dat ik even van de fiets stap.

Zou ik nou twee keer in de week fietsen, dan was dat hele plasje niet zo’n punt geweest. Maar ik zit vaker op de fiets en loop daarom wel elke week bij dezelfde zaken naar binnen met de vraag – wiebel, wiebel, spring, spring, moeilijk kijkend er toch een glimlach uit persend – of ik even van het toilet gebruik mag maken.

Ik woon dan wel in de Randstad en inderdaad het is hier overbevolkt, maar langs mijn routes zitten niet zo heel veel zaken die voor mij plaswaardig zijn. Neem bijvoorbeeld Vos aan de ringvaart – het liefst plas ik bij fietsgerelateerde zaken – ik vind dat niet zo’n fijne zaak, dus daar plas ik liever niet. Dan is er de bakker aan de ringvaart, die grote fabriek. Daar zal het best wel eens goed plassen kunnen zijn, maar ik zie geen plek voor mijn fiets. En bosjes.... die zitten daar ook al niet!

Bij Ouderkerk is het wat beter. Ik heb daar immers gewerkt, dus ja, ik voel me kind aan huis. Maar toch durf ik daar niet drie a vier keer per week aan te kloppen. Dus heb ik in dat dorp nu ook het tankstation en de bosjes tussen het dorp en de rotonde in.

Soms kan ik geen plek vinden en besluit ik door te fietsen...

10 km
20 km
30 km

heee een garage, zal ik daar... zoef ik ben er voorbij...
40 km
50 km

oei, oei, oei het begint een beetje pijn te doen...
60 km en dan zit ik juist bij dat deprimerende kale stuk met veel te veel huizen, of daar langs de Schipholweg waar de struikjes aan de andere kant van het water zitten...
70 km, ach ik ben bijna thuis, nu kan ik het wel inhouden
80 km, de molen van Sloten al in zicht....
Na 86 km mijn plas ophouden ren ik vloekend op mijn fietsschoenen naar boven, met mijn fiets op de schouder en net op tijd, met kromme benen haal ik het toilet.

Het acht kilometer plasje en de locaties, waarom doe ik zo moeilijk en leg ik mezelf zeker 80 km last op?

Doodgewoon omdat ik niet als een zeikerd te boek wil staan.

Maarre...

...zo’n plasje is helemaal niet erg, maar ik snap gewoon niet waar het ding vandaan komt!

No comments:

Post a Comment