Monday, July 5, 2010

van bolletjestrui tot dwanghek

De Vuelta in Assen, de Giro in Amsterdam en de Tour in Rotterdam... voor mij was de Giro het hoogtepunt, omdat het in mijn eigen stad was, maar vooral omdat de aanpak in Amsterdam zo enorm ontspannen was. De Tour is groot, het grootste wieler evenement ter wereld, alleen de beste fietsers van de klas mogen mee met de karavaan richting Parijs. De Tour is massaal en zo ook in Nederland. De Tour hoort bij Rotterdam zoals de Giro bij Amsterdam hoort.

Ik heb genoten van de massa’s mensen die op de proloog afkwamen. Rotterdam is dan ook wel een stad die zo’n stroom van mensen kan dragen. Een prachtig decor, de Erasmusbrug, de architectuur van de stad, het water... ik was, als Amsterdammer, onder de indruk. Voor mij begon de dag al vroeg, ik moest om half negen ’s morgens bij Hotel New York zijn voor het radio 2 programma Cappucino. Tussen negen en tien zat ik aan de ontbijtafel met o.a. Steven Rooks.

Wat doet een Amsterdammer, op de proloogdag van de Tour, vanaf tien uur in de ochtend, in Rotterdam terwijl ze wacht op de start van de proloog? Ik heb het rennersdorp geprobeerd, helaas, in tegenstelling tot de Giro, stonden er hekken rondom het rennersdorp. Om toegang te hebben tot de mannen in lycra was een speciale pas nodig. Erg jammer, er stonden drie rijen bussen en de middelste rij was dus eigenlijk niet te zien. Wel logisch want tegelijkertijd stonden bij de finish de fans al twee rijen dik. De Tour in Rotterdam kan het zich niet permiteren zo open en ontspannen te zijn als de Giro in Amsterdam. De Tour is big business.
De Kunsthal bood mij de oplossing, met de tentoonstelling over de Hollandse Wielerglorie. Een open, gemakkelijk toegankelijke tentoonstelling, met voor iedereen wat. Zo hangen er foto’s met informatie  uit de wielergeschiedenis, er zijn filmpjes, er hangen t-shirts, maar er kan ook actief worden deelgenomen aan de tentoonstelling. Er de mogelijkheid om op de rollenbank te rijden. De fiets staat vast en de rollen zijn aangepast om het gevoel van de kasseien te simuleren. Voor kinderen ligt er papier met tekenspullen zodat ze hun eigen kampioenstrui kunnen ontwerpen en voor de kleine en de grote jongens staan er vier fietsen in Tacxen met een video van een klim en kunnen de heren ervaren hoe het is om een berg op te rijden. Ik zeg heren omdat de berijders voornamelijk jongetjes v an acht waren, met een gespannen koppie, kleine Gesinks in spe en dan waren er de jongetjes van 40, gespannen koppies, transprerend en hijgend op de Tacx, geen Gesink, maar wel liefhebber. In een grotere ruimte zie ik een vrouw op een kleine racefiets rondjes rijden en grijpen naar een tasje met voeding, een soort kermis atractie, maar dan gericht op de fietswereld.

Ik heb genoten. Wat mij vooral opviel was dat de wielersport vroeger veel meer leefde in het land. Dat zal, denk ik, mede door de tijd komen en mede door de successen die wij als klein landje in de wielerwereld hebben behaald. Vandaag hebben we Robert Geesink en Nikki Terpstra, maar we hadden ooit Rooks, Knetemann, Zoetemelk, Janssen, Winnen, Boogie en het horloge van van Est.

Deze helden reden in de tijd dat een winnaar direct bij de finish nog aan te raken was, een schril contrast met de hekken rondom het rennersdorp in Rotterdam.  De wielersport is misschien wereldwijd wel ongekend populair en wordt ook een beetje massaal daarmee. Op twitter lees ik Amerikaanse commentaren op de koers en ik vraag mij af wat zij nou van de wielersport afweten, het zijn immers geen Europeanen. De Tour is big business en de renners zijn helden met fanclubs. De kneuterigheid van de tentoonstelling in de kunsthal laat zien hoe het ooit was. Ik besef me dat die tijden misschien nooit meer komen, dat de nederlandse successen van dat niveau misschien wel tot het verleden horen. Ik kan dan twee dingen doen, balen en de Amerikaanse renners tien keer niets vinden, me opwinden over hoe commercieel de tour is of gewoon genieten van de mooie beelden op tv en trots zijn op het Nederlandse wielerverleden.

Misschien moeten we ons nog aanpassen aan de nieuwe vorm en de Hollandse Wielerglorie in het museum laten, waar het hoort. Zodat de focus op vandaag is en we kunnen kijken naar jonge opkomende helden.
Het is een kwestie van begrijpen, ik wond mij een beetje op over hoe er hekken rondom het rennersdorp staan. Dat is gewoon onderdeel van de sport zoals die is, vandaag. In plaats van te balen ben ik iets leuks gaan doen. Heb ik de eerste renner toch van heel dichtbij over de Erasmusbrug zien komen en heb ik met trots genoten van de Nederlanders die de succesvolle start van de tour hebben gedragen. Al die toeschouwers die de renners over het parcours gejuigd hebben. Ik denk dat we heel trots mogen zijn op deze mooie tourstart.

De tentoonstelling in de kunsthal is nog te zien tot en met 29 Augustus, leuk om te weten is dat er vanaf grote kussens de tour live kan worden bekeken.
www.kunsthal.nl en het radiofragment kan je HIER vinden, vanaf minuut 40 kom ik ergens aan bod.


No comments:

Post a Comment