Wednesday, February 23, 2011

Chemische stofjes

Een chemische brand! Bij het Westelijk Havengebied… in Amsterdam!

Geen vuiltje aan de lucht, bij mij in sjiek zuid, gewoon blauw met hier en daar een wolk. Op de site van het NOS zag ik wel wat nieuws, maar geen melding over binnen blijven en ramen en deuren gesloten houden. “Ik ga fietsen, brand of geen brand.”

Mijn lievelings-rondje is die langs Sloten, door rijden langs de ringvaart, naar de bakker bij de brug, daar rechts af de ringvaart af, het viaduct, spoor over, dan langs de huisjes links, een beetje omhoog, over de dijkjes midden in het weiland, dan links af over een soort semi-cross-fietspad, richting Haarlem, onder een tunnel door en dan kom je uit bij een dorpje langs het water, je weet wel dat water waar de pont over heen gaat, en als ik dat volg, kom ik bij de club waar je op zondag wedstrijdjes kan rijden en vanaf daar is het richting huis. Dit rondje is mijn makkelijke rondje, geen nadenker, niet teveel km’s gewoon de benen lostrappen met een muziekje op het oor.

Door de rookwolk die boven het Westelijk Havengebied hing kon ik gisteren mijn rondje niet rijden!

Dat is vervelend!

Een beetje geïrriteerd - naar de wolk kijkend - rijd ik op de ringvaart en bedenk me hoeveel vuil er de lucht in vliegt. En dan die deeltjes die op het land terecht komen! In het water naast me zwemt de familie drijfsijs en ik begin me op te winden…

“Het is toch onvoorstelbaar wat wij mensen met deze planeet doen? Vieze lucht in de stad door auto’s, op vakantie met vliegtuigen, stroken asfalt, de vuilstort, papier bij papier en de batterijen in een aparte bak.” Zegt mijn hoofd terwijl ik me bedenk dat ik als consument mijn vrouwtje kan staan. Zo kan ik er voor kiezen om geen producten uit de chemische industrie te gebruiken, of in ieder geval bewuste keuzes maken... “Dat ga ik doen!” Als een potentiële activist maak ik een lijstje: verf, medicijnen, twee componenten lijm, van die piepschuimbakjes... ik weet eigenlijk niet zo goed welke producten, wat ik nu moet gaan boycotten? Het wordt drukker op de ringvaart en inmiddels erger ik me ook aan de auto’s. Ik word langzaam aan boos op de mensheid “Die vervloekte auto’s! De vervuiler betaald!” raast het door mijn hoofd. “Ga toch met z’n allen fietsen joh!” wil ik het liefst uitroepen. “Iedereen weet dat de auto de veroorzaker van alle problemen is!”  In mijn fantasie bekogel ik al die auto’s met bidons.

Ik fiets door, krijg de wind in de rug en kom in een lekker ritme. “Oooooh een koetje!” zegt mijn hoofd ineens. “Aww, liehief!” Ik buig af richting Schiphol en rijd dan weer terug naar de Ringvaart en kom op een leeg fietspad dat in een rechte lijn, met de wind mee, richting huis loopt. Ik voel me net Fabian, ik kijk naar mijn benen... en ja hoor! Die zijn al een stuk gespierder! Ik heb er inmiddels veertig kilometer op zitten en voor me doemt de rookwolk weer op.

“Goh,” denk ik, “dat is handig, door die rookwolk kan ik mooi zien dat ik richting huis rijd, net als de twintowers vroeger in New York, een handig punt wat je vanaf de wijde omgeving ziet.” En ik peddel lekker door.

Gaaf heh dat spul dat je hersenen aanmaken tijdens het fietsen?

Friday, February 18, 2011

Fotomodel

Kort geleden heeft Santé mij geïnterviewd, voor een serie portretjes van vrouwen die iets doen voor een goed doel. In mijn geval: zes keer de berg op fietsen voor Alpe D’HuZes. Door dit te doen fiets ik met een heleboel andere fietsers een bedrag bij elkaar wat wordt besteed aan onderzoek naar kanker. Om ervoor te zorgen dat we mensen met deze ziekte beter kunnen behandelen. Ook gaat er geld naar een programma voor mensen die kanker hebben gehad, want het is niet niets om een ziekte te overleven. Zulke grote gebeurtenissen kunnen de manier van naar het leven kijken echt veranderen.

Voor het interview belde de journalist mij op en we hadden een prettig gesprek aan de telefoon, niet veel later kreeg ik per mail de tekst die ze over mij had geschreven. En ja, die klopte. Direct na het interview voelde ik mij naakt, ik was eerlijk geweest over mijn gevoelens en motieven om mee te doen. Ook was ik eerlijk over mijn constante gevoel van falen als dochter, want ik zou er wel meer voor mijn vader kunnen zijn, vind ik. “Ik weet niet zo goed hoe ermee om te gaan en in mijn onhandigheid ga ik er dan met een boog omheen. Dan laat ik mijn pa links liggen en na een tijdje verschijn ik weer. Om toch iets te doen fiets ik dan maar een berg op.” Hoorde ik mezelf zeggen tijdens het interview.

Vandaag werden de foto’s voor bij het artikel gemaakt. “Leuk, met mooie kleding en make-up. Het is misschien een beetje eng, maar meestal vinden mensen het achteraf hartstikke leuk.” Vertelt de dame van Santé mij. Ik wil liever niet op de foto. Ik voel me een beetje onzeker over hoe ik eruit zie. De laatste tijd heb ik heel vaak fietskleren aan. Op mijn hoofd zit piekhaar wat alle kanten op staat of wat door mijn helm plat geduwd is. ’s Avonds heb ik – met mijn vermoeide benen – niet zo’n zin in een hakje en jurkjes staan een beetje suf nu ik een streepje op mijn been heb. Daarbij heb ik een wat dunner gezicht soms en lijk ik – in mijn hoofd – een stukje ouder dan dat ik werkelijk ben.

Maar ja, net als met mijn Pa, als ik hem niet bel ga ik hem niet spreken, het is een kwestie van gewoon doen, ook al voelt het soms niet fijn. Net als met het interview, als ik gewoon open ben en mezelf laat zien zoals ik ben, dan voel ik me achteraf misschien een beetje naakt, maar ik ben ook trots en delen hoe ik mijn vaders ziekte ervaar lucht mij ook op. Ik voel me begrepen. Dus zo’n fotoshoot kan ik ook wel!

Wat ik in mijn hele paniek pieker gedachten had overgeslagen was dat ik vroeger als model gewerkt heb, dat ik heel goed weet wat te doen als er en lens op mijn gezicht gericht staat. Ik ben een enorme poser! De moeilijkheid vandaag was niet het poseren, niet het spelen met de lens, dat gaat mij goed af. Het zat hem in het-gewoon-rose-zijn. Rose het fietsmeisje, Rose de dochter van Bart, Rose die ene berg op gaat fietsen, Rose die moeite heeft de training van de club te overleven, Rose gewoon ikke!

Een vriendin stuurde me een tekstberichtje waarin ze me op het hart drukte dat het wel goed zou gaan. “Als de fotograaf je innerlijke schoonheid kan treffen kan er niets meer mis gaan met die foto’s.” Stuurde zij me.
Een foto buiten in de wind, mijn haar waait alle kanten op en op mijn gezicht een blije grijns....

Ik zou zo zeggen.... het is gelukt!

En uiteraard even een snelle foto van mezelf in clubkleding met de make up op. "Wie niet snel is moet mooi zijn." dacht ik zo...


Sunday, February 6, 2011

De Classic van Koos

Toertochten of classics… het is mijn ding niet zo. Ik heb wel eens mee gedaan, met bijvoorbeeld de Gerrie Knetemann Classic (start bij mij in de straat), de Dam tot Dam (start bij mij in de stad) en een lokaal ritje bij Amersfoort. Daar is het voor mij bij gebleven. Nou, dat is niet helemaal waar. Afgelopen zomer ben ik om km’s te maken illegaal de pijlen van de Knetemann Classic gaan volgen. Reed ik daar als enige zonder stuurbordje....

Het punt is dat ik er een beetje moeite mee heb om een bedrag van rond de twintig euro te betalen om een stuk te mogen fietsen.  Tenminste, dat beweer ik altijd als mensen er naar vragen.

Ik baal er een beetje van om nageroepen te worden. “Hey Meiden!” of “Leo, Leo, lekker ding, kijk!” of “Nou, jij fietst door hoor!” dat soort opmerkingen. Als ik daar op zat te wachten was ik wel met mijn crosser in een bouwput gaan rijden. Althans, dat is wat ik roep als iemand me vraagt of ik mee ga rijden.

Op sommige toertochten komen duizenden mensen af. “Ik wil liever niet tussen zoveel mensen rijden,vooral mensen die het niet gewend zijn op de weg te rijden met andere fietsers om zich heen.” Roep ik meestal een beetje arrogant om niet mee te hoeven.

De waarheid is dat de drie bovenstaande excuses gewoon niets meer zijn doodgewone smoesjes. En nu ik op Facebook van niemand minder dan Koos – hij had nog niet mogen stoppen – Moerenhout de vraag krijg of ik mee doe met zijn Classic rest mij niets dan ja te zeggen en niet te piepen. Ik heb het nog even geprobeerd hoor... ik kwam met iets van “Goh dat is toch niet op dezelfde dag als koersje dit en dit of de regiokampioenschappen?” Maar Koos is niet voor een gat te vangen... hij vertelde me direct dat het een prachtige rit is. “Geen stoplicht te bekennen.” Zo zegt hij. In de hoop dat hij nee zou zeggen vroeg ik hem of ik dan wel in zijn wiel mocht... geen probleem, zo blijkt.

Ik heb mezelf net ingeschreven voor de Koos Moerenhout Classic! En wel voor de 180 km! In het wiel van Koos, daar kan ik toch geen nee tegen zeggen?!

Op de site van de Classic van Koos staat: “U kunt voor de 180 km toertocht tot 10.00 uur inschrijven, voor de 85 km en de 125 km toertocht kunt u tot 11.00 uur inschrijven. U kunt u vanaf 07:00 uur melden bij Hotel Aarden Kaaistraat 1, 4651 BL Steenbergen. Waar uw inschrijving gecontroleerd wordt en u uw eerste stempel krijgt. Vanaf daar gaat u naar de startplaats...” En ineens weet ik weer waarom ik niet zo dol op toertochten ben. Of tenminste, ik weet nu weer heel goed waarom ik normaal gesproken niet mee doe met toertochten, terwijl ik het eigenlijk best wel eens wil. Ik ben niet van het vroege opstaan... ik ben daar ronduit slecht in! Op de fiets zitten voor de lunch is bij mij een probleem. Ik draai mij liever nog een keertje om.

 

Maar ja, als Koos zo had gedacht, dan hadden wij al die mooie koersen niet gezien. Dus ja, als hij het doet, wie ben ik dan om zo te piepen?

 

Koos, ik zal er zijn jongen!

 

Koos Moerenhout Classic, 28 mei 2011