Het is voorbij...
De tour van het wachten, de tour van Andy ooh nee toch Alberto...
Niet de tour van Lance Armstrong, maar wel van Chavanel...
De tour die uit Rotterdam vertrok...
De hond, de ketting, de breuk en Gesink, vooral ook Gesink.
De tour die voorbij is...
Wat rest zijn herinneringen
... en morgen Boxmeer.
Hier wat foto's die ik maakte van mensen bij de proloog in Rotterdam.
Sunday, July 25, 2010
Wednesday, July 21, 2010
100 km's eenzaamheid
Helemaal stuk, nog twintig km van huis en dan de auto van de buurvrouw voorbij zien rijden. Volle bak op een landweggetje en dan plots in de remmen voor een overstekende eend. De Amstel volgen en in dorpen komen waarvan het bestaan mij tot dan nog volledig onbekend was. In het wiel bij een vreemde en eindigen met een groepje en zwijgzaam kop over kop rijden. Een stukje onverhard met aan weerskanten water. Mist die over het land hangt met een wijds uitzicht tussen twee knotwilgen door. Onweer en bliksem, nog een eind van huis met aan de ene kant water en aan de andere kant bomen... een schietgebedje.
Ik maak het allemaal mee op de fiets. Over het algemeen in mijn eentje en dat vele uren per week. Het zijn mijn momenten van intiem geluk. Intiem omdat het niet met de grote wereld gedeeld wordt, ik ervaar het alleen, als een toeschouwer, een passeerder. Ik hoor niet bij het landschap, ik ben geen inwoner van de dorpjes, ik ben gewoon Rose die rondjes rijdt met een fietscomputertje, een hartslagmeter en een lycra pakje. Ik rijd voorbij en zie een seconde uit de levens van de mensen in de dorpjes langs de weg.
Het vreemde is dat een weg de ene keer prachtig is en de andere keer is het een troosteloos, eindeloos langgetrokken asfalt lint. Het gras aan de kant van de weg kan soms knalgroen zijn en een dag later is het bijna grauw terwijl het die nacht heeft geregend en de natuur in volle bloei staat.
Heel soms heb ik mazzel, dan ben ik in balans en kan ik rijden zonder mijn ketting te voelen, zonder mijn hartslag van de meter te hoeven te lezen en zonder slopende vermoeidheid in mijn benen. Dan heb ik de luxe om al trappend de schoonheid van de wereld in me op te kunnen nemen. Het is op die momenten dat ik verlang naar mijn vrienden, geliefden en familie. Op die momenten wil ik mijn verwondering en vreugde delen.
Heel triest... de mensen waarmee ik het wil delen zijn niet bij me, fietsen niet, fietsen niet zo ver, wonen in een ander land, een ander werelddeel of zijn gewoon aan het werk. Een fototoestel kan niet vastleggen wat ik ervaar, wat ik voel en zie. En mijn woorden dekken de lading van de ervaring niet.
Een vriendin vroeg me of ik zin had om iets leuks te gaan doen en na wat gerommel in onze agenda’s kwamen we tot de conclusie dat het op zijn vroegst in oktober plaats zou vinden. Vreemd genoeg is mijn grootste verlangen op de fiets het delen van het moment, maar omdat ik zoveel uren fiets, zie ik de mensen waarmee ik het wil delen niet zo vaak.
Een vreemde dubbele eenzaamheid, een intieme ervaring van subliem geluk. Geluk heeft als hoofdeigenschap dat het niet een constante staat van zijn is. Het is niet af te dwingen en niet altijd te delen. In geluk zit bij mij ook altijd een simultaan bewustzijn van ongeluk. Een soort melancholie.
Ik zie een beeld van een eenzame fietser op een lege weg, trappend tegen de wind in. Gure omstandigheden en afzien...
Elk ander mens ziet daarin een onaantrekkkelijke sport... ik zie geluk en verlang naar die weg.
Monday, July 19, 2010
Monday, July 12, 2010
In het wiel
Er is iets veranderd in me, in hoe ik naar het fietsen kijk en het bevalt me niet. Ik begrijp het wel, maar accepteer het niet. Vanmorgen werd ik wakker en dacht ik “bleh, ik heb geen zin in fietsen” Zo ken ik mezelf niet. Ik heb juist het hele jaar getraind en dan ook niet zomaar; ’s morgens voordat ik ging werken, als het niet zulk goed weer was, als ik moe was en zelfs op 1 januari... en nu heb ik niet zo’n zin in fietsen.
Nu had ik dat al een tijdje, eigenlijk sinds ik terug ben van de Alpe. Eerst heb ik mijn schema vastgehouden en mezelf gedwongen te trainen, maar ik merkte dat ik niet lekker op de fiets zat. Pijntjes deden meer zeer en kilometers vraten meer van me, in mijn hoofd leken ritten van te voren al langer en mijn hartslag zat net iets hoger. Toen besloot ik mezelf maar “een break” te geven en op de fiets te stappen als ik het echt wilde. Dat hielp, ik kreeg mijn motivatie terug en reed in 1 week drie keer het rondje ringvaart... en toen.... toen werd ik ziek.
Ik heb enorm genoten van de interviews met Cavendish de laatste tijd. Ik vond hem vorig jaar een beetje arrogant en dit jaar bleek hij ineens mens te zijn. Met de proloog in Rotterdam reed hij niet geniaal, hij hield in voor de finish, dat was vreemd. In het peleton, de dagen erna, was hij aan het rommelen, kwakte wat, was betrokken in een valpartij en haalde zijn ritzeges niet binnen. Totdat er een knopje bij hem om ging, nadat hij geklopt was in de sprint door Petacchi, de dag erna was de oude Cav weer terug. Waarschijnlijk was hij fysiek wel fris en goed getraind, maar zat het hoofd niet lekker.
Het hoofd is van groot belang, vorig jaar heeft Alberto Contador weten te winnen terwijl er om hem heen in zijn eigen team allemaal drama was. In zijn eigen team werd het hem niet gegund om te winnen, de gesprekken met de pers gingen allemaal over hem en Armstrong en Contador hield het hoofd koel en wist te presteren.
Sporter zijn is zoveel meer dan alleen maar fysieke prestatie leveren, het is zoveel meer dan hard trainen. Natuurlijk is dat belangrijk, maar als het koppie niet meedoet, dan lukt het afzien niet. Soms zit ik op de fiets en is mijn hoofd alleen maar bezig met verhalen over hoe het echt niet okay is om op de fiets te zitten, dat ik beter kan omkeren. Het is dan best moeilijk om geen aandacht aan dat hoofd te besteden en gewoon rustig door te trappen. Het is moeilijk... maar ik kan het wel en meestal levert het doorrijden een gevoel van tevredenheid op. Doorzetten kan mij trots maken. Maar er is meer... goed kunnen sporten, goed kunnen afzien en goed kunnen doorzetten alleen is niet echt een balans, het is ook nodig om op tijd te stoppen en rust te nemen. Als het hoofd zo tegenspartelt is dat een teken dat er iets speelt, dat er in de balans die mij vooruit doet rijden iets overhelt naar de verkeerde kant.
Ik las pas een stuk over Armstrong, het vertelde mij dat woede zijn motor is, dat hij daarop hard kan rijden. Iedereen heeft wel zijn eigen motor, in een column had Boogie het over het vuur dat hij mist bij een renner als Gesink, later zei hij op tv wel dat het misschien wel de rust van Gesink is die hem tot een goede renner maakt. Iedereen, wat ie ook doet, van poldertrapster tot prof renner, heeft zijn eigen motor waarop het best gereden kan worden. Die van mij wilt even rust... en ik ken mezelf, woede, pushen, frustratie en andere harde emoties werken niet, die maken dat ik stop met bewegen. Bij mij werkt het om vriendelijk tegen mezelf te zijn, te accepteren dat het er nu even niet is en om langzaamaan de zuigende onrust van het niets doen te ervaren en deze te doen groeien.
Even genieten van mijn vrienden en de zwoele zomeravonden, lekker eten en ontspannen leven... van binnen groeit mijn kracht, deze zwelt aan tot een bijna niet te houden explosie. Mijn motor is de onrust van de leegte, mijn verlossing is de stilte van het afzien... nog even en ik ga weer.
En tot die tijd... hang ik in het wiel bij mijn vrienden en maak ik plezier, dat mag namelijk ook.
Monday, July 5, 2010
De Twitterrit
Op 15 Augustus 2010 is het weer zover.... de twitterrit!
Als smaakmaker alvast een paar foto's die Sander Heezen maakte tijdens de rit.
van bolletjestrui tot dwanghek
De Vuelta in Assen, de Giro in Amsterdam en de Tour in Rotterdam... voor mij was de Giro het hoogtepunt, omdat het in mijn eigen stad was, maar vooral omdat de aanpak in Amsterdam zo enorm ontspannen was. De Tour is groot, het grootste wieler evenement ter wereld, alleen de beste fietsers van de klas mogen mee met de karavaan richting Parijs. De Tour is massaal en zo ook in Nederland. De Tour hoort bij Rotterdam zoals de Giro bij Amsterdam hoort.
Ik heb genoten van de massa’s mensen die op de proloog afkwamen. Rotterdam is dan ook wel een stad die zo’n stroom van mensen kan dragen. Een prachtig decor, de Erasmusbrug, de architectuur van de stad, het water... ik was, als Amsterdammer, onder de indruk. Voor mij begon de dag al vroeg, ik moest om half negen ’s morgens bij Hotel New York zijn voor het radio 2 programma Cappucino. Tussen negen en tien zat ik aan de ontbijtafel met o.a. Steven Rooks.
Wat doet een Amsterdammer, op de proloogdag van de Tour, vanaf tien uur in de ochtend, in Rotterdam terwijl ze wacht op de start van de proloog? Ik heb het rennersdorp geprobeerd, helaas, in tegenstelling tot de Giro, stonden er hekken rondom het rennersdorp. Om toegang te hebben tot de mannen in lycra was een speciale pas nodig. Erg jammer, er stonden drie rijen bussen en de middelste rij was dus eigenlijk niet te zien. Wel logisch want tegelijkertijd stonden bij de finish de fans al twee rijen dik. De Tour in Rotterdam kan het zich niet permiteren zo open en ontspannen te zijn als de Giro in Amsterdam. De Tour is big business.
De Kunsthal bood mij de oplossing, met de tentoonstelling over de Hollandse Wielerglorie. Een open, gemakkelijk toegankelijke tentoonstelling, met voor iedereen wat. Zo hangen er foto’s met informatie uit de wielergeschiedenis, er zijn filmpjes, er hangen t-shirts, maar er kan ook actief worden deelgenomen aan de tentoonstelling. Er de mogelijkheid om op de rollenbank te rijden. De fiets staat vast en de rollen zijn aangepast om het gevoel van de kasseien te simuleren. Voor kinderen ligt er papier met tekenspullen zodat ze hun eigen kampioenstrui kunnen ontwerpen en voor de kleine en de grote jongens staan er vier fietsen in Tacxen met een video van een klim en kunnen de heren ervaren hoe het is om een berg op te rijden. Ik zeg heren omdat de berijders voornamelijk jongetjes v an acht waren, met een gespannen koppie, kleine Gesinks in spe en dan waren er de jongetjes van 40, gespannen koppies, transprerend en hijgend op de Tacx, geen Gesink, maar wel liefhebber. In een grotere ruimte zie ik een vrouw op een kleine racefiets rondjes rijden en grijpen naar een tasje met voeding, een soort kermis atractie, maar dan gericht op de fietswereld.
Ik heb genoten. Wat mij vooral opviel was dat de wielersport vroeger veel meer leefde in het land. Dat zal, denk ik, mede door de tijd komen en mede door de successen die wij als klein landje in de wielerwereld hebben behaald. Vandaag hebben we Robert Geesink en Nikki Terpstra, maar we hadden ooit Rooks, Knetemann, Zoetemelk, Janssen, Winnen, Boogie en het horloge van van Est.
Deze helden reden in de tijd dat een winnaar direct bij de finish nog aan te raken was, een schril contrast met de hekken rondom het rennersdorp in Rotterdam. De wielersport is misschien wereldwijd wel ongekend populair en wordt ook een beetje massaal daarmee. Op twitter lees ik Amerikaanse commentaren op de koers en ik vraag mij af wat zij nou van de wielersport afweten, het zijn immers geen Europeanen. De Tour is big business en de renners zijn helden met fanclubs. De kneuterigheid van de tentoonstelling in de kunsthal laat zien hoe het ooit was. Ik besef me dat die tijden misschien nooit meer komen, dat de nederlandse successen van dat niveau misschien wel tot het verleden horen. Ik kan dan twee dingen doen, balen en de Amerikaanse renners tien keer niets vinden, me opwinden over hoe commercieel de tour is of gewoon genieten van de mooie beelden op tv en trots zijn op het Nederlandse wielerverleden.
Misschien moeten we ons nog aanpassen aan de nieuwe vorm en de Hollandse Wielerglorie in het museum laten, waar het hoort. Zodat de focus op vandaag is en we kunnen kijken naar jonge opkomende helden.
Het is een kwestie van begrijpen, ik wond mij een beetje op over hoe er hekken rondom het rennersdorp staan. Dat is gewoon onderdeel van de sport zoals die is, vandaag. In plaats van te balen ben ik iets leuks gaan doen. Heb ik de eerste renner toch van heel dichtbij over de Erasmusbrug zien komen en heb ik met trots genoten van de Nederlanders die de succesvolle start van de tour hebben gedragen. Al die toeschouwers die de renners over het parcours gejuigd hebben. Ik denk dat we heel trots mogen zijn op deze mooie tourstart.
De tentoonstelling in de kunsthal is nog te zien tot en met 29 Augustus, leuk om te weten is dat er vanaf grote kussens de tour live kan worden bekeken.
www.kunsthal.nl en het radiofragment kan je HIER vinden, vanaf minuut 40 kom ik ergens aan bod.
Friday, July 2, 2010
vanuit het hart
Bijna elke dag, op enkele rustdagen na.
Verschijnen ze bij mij op de bank.
Mijn sociale leven, toch al minimaal door duurtrainingen...
Zakt tot op een monumentaal dieptepunt
Hoe hoger de klim, hoe dieper het zakt
Geluk, intens geluk
Alberto, Lance, Andy en Robert
Dag in dag uit
Bij het ontbijt, tijdens de lunch, de etappes
en de avond programma’s.
Gladde benen, geurende olie
Kuiten die glimmen, het sprintesbal
Dansen dansen die berg weer op...
Dag in dag uit en ik...
Ik voel mij een compleet mens
De zekerheid van de tour, drie weken lang
Mijn tv is het raam van de wereld
En na drie weken...
De dip, eenzaamheid, pijn, verdriet...
Hoe nu verder?
Hopelijk publiceren de bladen snel de kalender met de criteriums
Tot die tijd vergaap ik me aan mijn mannen in het lycra....
Lieve jongens van de tour, voor altijd van jullie....
Rose Mentink
Poldertrapster
En
Klimgeit in wording
Subscribe to:
Posts (Atom)