Friday, April 30, 2010

Gegroet…

Op het forum van Fiets.nl is er het initiatief genomen tot een “groet-petitie”. Dit resulteerde in een discussie over het groeten op de fiets, het groeten van medefietsers wel te verstaan.


Ik ben niet zo’n enorme groeter, soms ben ik te geconcentreerd en staat groeten niet boven aan mijn lijstje, een andere keer ben ik onzeker en bang om voor gek te staan. Soms voel ik me er te goed voor, bijvoorbeeld bij een fietser op een oude piepende fiets in wijde kleding die wijdbeens zit, of bij een hybride fiets. Maar er zijn momenten dat ik high ben van de stofjes in mijn hersenen en dan groet ik zelfs een ezeltje in de wei. Conclusie: ik ben niet een staat tot het opstellen van en het me conformeren aan groetbeleid,  -etiquette, -principe, -procedure of -protocol. Waar ligt de grens: is een baanfiets op de weg groetwaardig? Een fietser zonder helm, een mountainbike-cowboy, een hybride-coureur. Wil ik wel iemand groeten op zo’n schreeuwerige Pina? En hoe weet ik überhaupt, of de man die ik groet op het eenzame landweggetje geen serie verkrachter is?


To greet or not to greet, dat is de vraag. Als ik mijn Amsterdam shirt aan heb word ik vaak gegroet door auto’s die even toeteren, vooral auto’s van de gemeente Amsterdam. Serieuze renners groeten mijn EPbike pakje. Vorige week in de Achterhoek groette iedereen mij, zelfs mensen in de auto. Wat moest ik daarachter zoeken: kennen zij mij, lezen zij mijn blog, hebben ze nog nooit een vrouw op de fiets gezien of ben ik uit mijn broek gescheurd? Of denkt men daar: wie goed groet, goed ontmoet.


Vanavond moest ik naar De Haan Wielersport in Oudekerk aan de Amstel en ik reed op mijn racer, maar ik had een jurkje aan. In de stad is dat een grappige combinatie, maar zo langs de vaste fietsroute richting de Ronde Hoep is het een beetje gênant. Wat mij opviel was dat niemand mij groette en dat sommigen mij verbaasd, ja zelfs geërgerd aanstaarden. Dat vond ik niet leuk. Dus als ik niet in het juiste pakje rijd, dan, dan ben ik een NOBODY?


Dat groeten op de fiets, ik vond het een beetje stom, een beetje gek, maar vooral een beetje eng. Maar als niemand mij groet ,voelt het eigenlijk een beetje leeg, eenzaam, niet LEUK.


Ik ga hier over nadenken, misschien is dit het moment om mijn groetbeleid te gaan bepalen... waar trek ik de lijn? Het stuur... een recht stuur groet ik niet en wat betreft de mannetjes op piepende fietsen, die haal ik dan gewoon heel snel in, ik heb op de fiets geen ruimte voor dat dilemma.
Ik fiets, ik groei...

Thursday, April 29, 2010

linkje

Het lijkt wel alsof linkjes posten mijn nieuwe niche is, hier is er weer eentje http://krachttraining.net/index.php/ride-with-rose-vluchtgedrag.html

Juist! Een nieuw stukje over training.

Sunday, April 25, 2010

Testrit

Ik heb een tesrit gemaakt op de Kuota Kharma en een Isaac.... hier alvast een foto, het verslag komt nog


Wednesday, April 21, 2010

Afzien, het lespakket

Wat is dat toch op de fiets, dat op sommige momenten mijn hoofd volmaakt stil is en ik me verbonden voel met de elementen en de tijd voorbij vliegt terwijl ik in het ritme van mijn pedaalgang zit. Terwijl het een tien minuten later oorlog is in mijn hoofd en alle zwakkere punten van mijn karakter de overhand nemen en ik vanbinnen verander in een jankerd of een feeks?

Soms, terwijl ik fiets en ik ga net het stuk met tegenwind in vraag ik me af waarom ik niet gewoon ben gaan borduren als hobby.

Waarom is het zo dat als ik en moeilijke dag heb en niets de drukte of onvree in mij kan stillen en ik op de fiets stap en ik op een plek van diepe innerlijke vrede kom?

Ik ben niet altijd opzoek naar het waarom achter mijn fietsplezier, maar soms verwonder ik me over de effectiviteit van deze sport. Ik vind fietsers vaak ook tevreden gelukkige mensen.

Een paar weken geleden kwam ik viavia, na wat heen en weer getwitter, terecht op de site van het boekje “Afzien voor beginners” en bedacht me dat dit weleens een goed boek voor mij zou kunnen zijn. Ik vermoedde dat het boekje mij zou vertellen hoe ik af kan zien  als fietser, een soort gids boek waarvan ik een betere fietser zou kunnen worden. Met tips....

Niets is minder waar terwijl ik aan de andere kant er wel een betere fietser van kan worden. Dit boekje gunt me namelijk een blik in het hoofd van een vrouwelijke fietser die het lef heeft om mee te doen met de Tour d’Afrique. Dat is een fietstocht van vier maanden die van Cairo naar Kaapstad gaat, dwars door Afrika.
Wat een herkenning vind ik in dit verhaal. Zo beschrijft de auteur van het boekje, Louise, de groep en haar plek daarbinnen. Maar vooral al de verschillende karakters en doelen van de kleden van de groep en hoe zich dat uit binnen de groep. Zo zijn er fietsers die gaan voor snelheid, fietsers die gaan voor elke kilometer van de tocht, anderen gaan vooral voor de gezelligheid en weer anderen gaan voor de ervaring en rijden rustiger. Er onstaan vriendschappen, maar ook frustraties, ergenis maar wat ik vooral in het boekje zie is groei en zelf reflectie. Op een voor mij herkenbare eerlijke manier beschrijft Louise wat haar is opgevallen tijdens de reis en wat er in haar gebeurd. Dit gaat o.a over flow, het in je ritme zitten op de fiets en kunnen gaan, het landschap en de verschillen in levenstijl en cultuur, de organisatie van de rit en hele banale zaken als het tekort aan voedsel of leven vanuit een kist met spullen.

Wat mij opviel tijdens het lezen van “Afzien voor beginners” is dat op een bepaalde manier er weinig verschil zit tussen de ervaringen, gevoelens en gedachten tijdens een tocht op de Utrechtse heuvelrug met eenn groep van dertig man en de Tour d’Afrique. Alleen de intensiteit van de belevenis verschilt uiteraard enorm. Veertig dagen beleven wat mij al zo diep raakt na een weekend op de fiets...

Louise Cornelis beschrijft de tocht in een wisselende toon, soms als observeerder, soms als deelnemer, ze heeft me meegenomen in een wereld van afzien waarvan ik me afvraag of ik het zou kunnen, het zou willen. Ergens verlang ik nu al naar haar volgende boekje, ik hoop dat ze een tocht gaat maken in Amerika, dwars door die vreemde cultuur en hopelijk deelt ze die ervaring, maar ja, ik moet haar nog even overhalen.
Afzien voor beginners (http://www.afzienvoorbeginners.nl) is een absolute aanrader voor beginnende en gevorderde fietsers en fietsers op zoek naar een nieuwe uitdaging, maar ook voor vrienden van fietsers en liefhebbers van extreme reizen. Ach, zelfs iekmand met interesse in de mens en groepsdynamiek zal plezier halen uit dit boekje.

Wednesday, April 14, 2010

Grover

Toen ik klein was, waren er van die blijspelen op tv met een uit deuren omzoomde woonruimte als decor. Dan vertrok de ene speler via de ene deur en tegelijkertijd maakte een andere via de  andere zijn entree en omdat ze elkaar zochten of juist ontliepen, vormden het een heen en weer gestamp en deurgeklepper een dialoog met de centraal opgestelde acteurs. Ja, en Sesamstraat was er toen ook al om peuters onder meer ruimtelijk inzicht bij te brengen. Dan stond SuperGrover pal naast Kermit en riep “dichtbij” en rende vervolgens weg naar de uiterste hoek van het scherm en riep “ver weg”. Na enige pedagogisch verantwoorde herhalingen begreep ik met menig leeftijdgenoot het verschil tussen dichtbij en ver weg.


Vandaag op het scherm: vier grijze keuvelende dametjes op een bankje, waarachter achtereenvolgend een riviertje en een fietspad lopen; vóór het bankje, parallel aan voornoemd fietspad loopt wederom een fietspad aan de voet van een door groenstroken aangeleunde weg met iets hogerop, achter de kauwende  schapen, wederom een fietspad.


Ik ben deze week bezig met minder intensieve duurtrainingen. Dus vooral uren maken, wat inhoudt dat ik vooral zigzaggend door Noord Holland sjees waarbij ik voor omwegen kies. Zo ook gisteren... in plaats van mijn rondje te beginnen bij de ringvaart en dan af te buigen, begon ik bij Sloterdijk en reed richting IJmuiden, kwam door dat groene gebied waar Dance Valley altijd plaatsvindt en zigzagde me suf. Een blik op mijn kilometerteller leerde me dat ik bij lange na nog niet op de helft was. Ik leek Amsterdam maar niet achter me te kunnen laten. Uit verveling begon ik mijn zigzag te veranderen en koos smalle voor mij onbekende  paden. Zo kwam ik op een fietspad onder de bomen en reed voor de vier oude dametjes langs, volgde de weg, kwam bij een splitsing, ging rechtsaf een charmant pad langs een riviertje op. Lekkere ondergrond; ik had het gevoel op avontuur te zijn totdat ik na een bocht achter de dametjes langs reed.


Gniffelend besefte ik me dat het er wel gek uit zal zien voor de dametjes … zo’n meisje heer en weer racend . Die paden zijn zo fijn dat ik het liefst nog een paar keer op en neer ga, lekker in de luwte van het dijkje, onder de bomen. Maar ik besef me dat het mogelijk een beetje gênant is om weer langs die dametjes te rijden en rijd door. Na een tijdje is er een splitsing en ik ga rechtsaf, een smal weggetje op dat omhoog lijkt te lopen, de zon en tegenwind tegemoet. Genietend en lekker doortrappend zigzag ik het landschap door, totdat ik onder mij het zojuist bereden fietspad  en gepasseerde bankje herken.


Van in mijn eentje uren fietsen word ik altijd een beetje melig: mijn humor wordt vreemd en ik heb continu binnenpretjes. Terwijl ik op het punt sta weer langs de dametjes te gaan, herken ik mezelf in Super Grover en wil naar de dames  “dichtbij” en  “ver weg”  roepen. Met een enorme pret rijd ik door maar  …. de dametjes zitten er niet meer …


Ergens ben ik er wel blij om want wat hadden die dametjes wel niet moeten denken: ik had een beetje voor gek gestaan. Alhoewel, hebben die dametjes, lekker keuvelend op hun bankje, mij - zichtbaar, onzichtbaar, dichtbij, ver weg - wel opgemerkt ?

Tuesday, April 13, 2010

De bril van Alberto

Voordat ik begon met fietsen vond ik fietsers echte sukkels, met die strakke pakjes, helmen en semi-flitsende zonnebrillen, op schreeuwerige fietsen, niet remmend voor andere weggebruikers. Eigenlijk zag ik nooit een “cool” iemand op een racefiets. Een beetje cool waren de fietskoeriers, maar zo’n fiets had ik niet en ik wilde vooral geen “wannabee” fietskoerier zijn. Om wel een mooie fiets te hebben, maar geen sukkel te zijn, kocht ik een mountainbike en ging met enorme noppenbanden door de stad, zo hard mogelijk. Na een tijdje kwam ik erachter dat dat al helemaal cool was, maar dat ik wel heel gelukkig op de fiets was als ik op de fiets zat.


Toen was er de Tour, met Alberto, Lance, Andy en Frank . Alberto vond ik ondanks zijn rare accent en suffe naam heel cool. Sterker nog, als ik zelf op mijn inmiddels aangeschafte racefiets zat, waande ik me van dezelfde wereldklasse als Alberto en fantaseerde over heuvels waar ik mijn fiets dan optikte. Tik tik tik tik en dan liet ik in mijn hoofd alle andere fietsers achter me.


Doordat ik eindelijk begreep dat wielrenners juist hartstikke cool zijn, wilde ik net zo’n bril als Alberto, maar in tegenstelling tot Alberto had ik nul budget en al helemaal geen sponsor. Fietsen is een dure sport. Materiaal moet licht en sterk zijn en vaak is goedkoop echt wel duurkoop. Toch kan je ervan uitgaan dat wat bij een goede sportfietsenzaak verkocht wordt, redelijk van kwaliteit is. Er zijn hele dure spullen te vinden en wat minder dure en dan de nog steeds niet goedkope producten.
Morgen komt mijn nieuwe zonnebril binnen, waarschijnlijk pas in de middag, dus ik kan mijn ochtendritje nog niet maken met deze nieuwe bril, maar ik heb geduld, al vind ik het ook reuze spannend. Een bril op de fiets is niet niets. Bijvoorbeeld een bril met heldere glazen, waarmee ik nog niet eens zo lang geleden niet wilde rijden: dat was immers voor sukkels. Maar bij zonsondergang onder de bomen is het vliegenhappen. Die beestjes verzamelen zich namelijk elke avond rond dezelfde tijd op dezelfde plek, meestal op mijn route. Na een paar van die beestjes achter in mijn keel weg te kuchen heb ik geleerd dat ik mijn mond het beste dicht kan houden, maar mijn ogen sluiten is best onveilig bij 30 km per uur over een smal pad onder de bomen. En een vlieg in mijn oog met die vaart, terwijl ik ben ingeklikt is verre van handig.


Omdat ik Alberto zo cool vond en omdat Alberto tijdens de tour een roze bril droeg, kocht ik mijn eerste zonnebril en was de kleur dan ook roze. Echter het merk was wel anders. Gezien mijn lage budget koos ik voor een bril van BBB, model winner 2304 voor ongeveer 50 euro inclusief het zakje met 3 verschillende glazen: helder, donker en geel voor de verschillende weersomstandigheden. Nu zijn brillen zeer persoonlijk en heb ik soms een hoog prinses op de erwt gehalte, maar deze bril was echt geen succes voor mij. De lens is heel belangrijk, niet alleen dient deze fel licht buiten te houden, maar ook het beeld scherp te laten. Mijn ervaring met de BBB bril is dat het beeld vertekent en dat mijn wimpers het glas aanraken als ik knipper. Daarbij liggen de glazen op mijn jukbeenderen waardoor ik bij elke beweging in mijn gezicht een bewegende zonnebril heb. Ik dacht aan de vertekening van het beeld te kunnen wennen, maar toen ik tijdens een rit flink diep ging en mijn beeld sowieso al een beetje vertekend leek zag ik in dat deze bril en ik geen goede combinatie waren.


Ik had mijn les geleerd en kocht daarna een roze bril van het merk Giro, het model Havik van rond de 190 euro. Precies dezelfde als Alberto, alleen was zijn neusstukje roze en bij die van mij zwart. Nu is Alberto ook niet zomaar een fietser, dus met dit verschil kon ik leven. Deze bril kwam met 1 setje glazen, namelijk donker. Voor een extra set glazen in een andere tint moet ik al gauw een bedrag van boven de 60 euro neerleggen en ik kies ervoor dit niet te doen. Ik rijd nu op dagen met wat minder sterke zon met mijn bril in mijn shirt en loop het risico alsnog een vlieg te vangen. Over de bril zelf ben ik zeer tevreden, het neusstukje is lekker zacht en voel ik nauwelijks zitten. Het beeld is scherp. Een nadeel is dat de pootjes een beetje op mijn schedel duwen en na een langere rit gaat dit pijn doen. Gelukkig is dit verholpen door de pootjes in heel warm water te houden en ze een beetje om te buigen. Helaas laat ik de bril vallen en komt er een kras op mijn glas. Een minpuntje: het rubbertje op het neusstukje laat na een paar maanden los. Ik vermoed dat dit komt door het zout van het transpireren. Als ik morgen mijn nieuwe bril heb, zal ik met de Giro bril terug naar de winkel gaan en hopelijk krijg in van Giro de service die bij de prijs past. Hierover later meer.....


De bril die ik morgen ga ophalen is van ZeroRH+, model stylus see safe van de redline, een hele lichte bril die ik nauwelijks voelde bij het passen. De glazen zijn van een flexibel materiaal en daardoor ONBREEKBAAR maar in welke mate ze krasbestendig zijn moet ik nog ondervinden. De bril staat okay bij me, voor zover het kan met een fietsbril. Het grootste voordeel van deze bril zit voor mij in de glazen die meekleuren met het licht. Oftewel een zonnige dag geeft donkere glazen en een sombere dag maakt dat de glazen helder zijn. Het materiaal reageert op licht. Deze bril lijkt mij ideaal voor in Nederland, waar de zonkracht nooit echt extreem is. Het gedoe met glazen wisselen is door de meekleurende glazen afgelopen, dus ik bespaar op extra glazen, zoals bij de Giro bril 50% bovenop de toch al hoge aanschafprijs.


Nu moet ik toegeven dat ik de prijs van de bril nog niet ken. Ik merk het wel, morgen als ik mijn pinpas uit mijn tas haal. Ik kan stiekem toch haast niet wachten om het eerste ritje met mijn redline bril te maken..... more will be revealed

Friday, April 9, 2010

"Rose, kan jij me helpen met een fiets uitzoeken?"

Michel de Goede: een man van iets over de 1.90 m en meer dan 100 kg, geen ervaring op de racefiets, nu nog een roker, nul conditie, budget van rond de 800 euro en geen benul van materiaal…
Wat voor advies geef ik hem?


Mijn achtergrond ligt in het ontwerpen, grafisch en mode, ik heb mijn eigen kledinglabeltje gehad met een eigen winkel. Het oog wil bij mij zeker wat. De wetenschap dat er genoeg fietsmerken zijn die voor bovenstaand manspersoon een model te bieden hebben, maakt dan ook dat ik eerst zoek naar de visuele belevenis die een fietsmerk te bieden heeft. Het is vrij simpel: iemand die in een auto met ronde vormen rijdt en van die semi-relaxte hippe Amsterdamse kleding draagt, ga ik niet vertellen een Scott uit te proberen. Scott heeft, vind ik, een heel hoog knightrider -gehalte, met die harde vierkante vormen. De schreeuwerige kleuren passen niet bij iedereen. Iemand die op een Vespa komt aanrijden, zal naar alle waarschijnlijkheid ook vallen voor een Pina of een Basso. Een man die in het dagelijks leven in een BMW rijdt, zie ik sneller op een Trek rijden dan op een Cervelo. Terwijl een Cervelo het weer goed doet bij creatieve mensen. Het is een gevoelskwestie, de een gaat wonen in een herenhuis, de ander in een moderne villa.


De man die voor me staat is over de veertig, lang en heeft iets eigenwijs en gedraagt zichzelf als een ridder met en knipoog. Hij is duidelijk een man, maar heeft ook iets van een jongen. Hij gaat fietsen omdat hij meer conditie wil, wat fitter wil worden nu hij gaat stoppen met roken. Hij is geen wielerfanaat, is geen gladde-benenjongen en ergens zie ik hem dat ook niet worden. Het merk wat ik bij hem vind passen is eigenwijs, maar niet mainstream, wel speels en jongensachtig en ook stoer. De fiets die hij koopt moet dan ook geschikt zijn om te trainen, door de stad te rijden en om mee te spelen. Ik denk direct aan Kona. Dat is een kleurrijk merk. Qua modellen,  gekozen namen en kleurgebruik haalt Kona geintjes uit dat ik bij andere merken niet zie. Daarbij vind ik de fietsen redelijk geprijsd. Het valt me tegen, dat de Kona-fietsen soms gemixt zijn afgemonteerd, maar ach, voor de prijs moet er ergens op worden ingeleverd. Voor een beginnende fietser maakt het niet zo heel veel uit, iemand met meer ervaring voelt het verschil tussen groep A en groep B, een beginner niet. Die moet nog verliefd worden op de wielersport en een fiets vinden waarmee hij rond de wereld wil rijden.


Michel heeft me verteld dat hij graag mee wil rijden met racers, hij wil woon-werkritten kunnen maken en hij vindt het leuk om in het bos te rijden, maar dat hoeft niet perse. 
In de stad zie ik van een aantal modellen sportievere fietsen. De mountainbike, vaak met vering en noppenbanden, ze zien er stoer uit en vergeleken met een stadsfiets rijden ze fantastisch. Maar eerlijk gezegd, een MOUNTAINbike in Amsterdam-CITY is misschien iets te veel van het goede. De vering en de noppen maken dat het fietsen zwaarder rijdt en ze schreeuwen om de aandacht van de professionele fietsendief. Mijn eerste fiets in de grote stad was een Cube LTD Pro Mountainbike en als ik eerlijk ben was het de grootste miskoop aller tijden: de fiets zelf was heel goed, alleen ik wist nog niet welke fiets bij mij ging passen … het ding was me te groot en te aanwezig. Binnen een jaar heb ik die fiets dan ook verkocht en een racer aangeschaft. 


De singlespeed, niet te verwarren met een fixie (= baanfiets, schietschijf voor stedelijke politie en absolute NO GO voor fietsers zonder ervaring). Een gestripte of minimale racefiets zonder versnellingen. Snelle fiets, simpel in onderhoud. Enig en hip voor in de stad, ronduit vervelend voor buiten de stad en zeker niet geschikt om met een stel racers mee te rijden. Het punt voor mij met mannen van boven de 38 èn de singlespeed èn een koerierstasje is dat ik het al met al een beetje zielig vind. We weten allemaal dat ze geen koerier zijn, de nieuwheid en versheid van de fiets laten zien dat de berijder geen echte hippe trendsetter is en daarbij, rijpere mannen horen niet mee te doen met stads- of jeugdcultuur. Een hip imago is niet te koop. In dit geval is de negatieve aandacht die het oproept ronduit funest. Rondlopen met een labrador puppy, dat werkt in dit geval wèl.


De racefiets en zijn berijders beslaan verschillende vormen en gradaties:  de mensen die op een oude stalen racefiets met piepende ketting rondrijden, het liefst met het stuur omgekeerd zodat ze rechtop kunnen zitten … de types zoals ik, die sinds ze de racer hebben ontdekt niet meer op iets anders rijden en die op een voor de stad veel te dure tweede racefiets rijden die ze hun winterfiets noemen … en dan is er de fietsfanaat die zelfs voor het woon-werkverkeer nog in de fietskleding gaat en dus met een superstrakke racefiets op het IJ-pontje staat. Ik kan vertellen dat het goed te doen is om altijd op een racer te rijden. Ik ben sneller de stad door dan menig ander fietser of de automobilist en dankzij een spatbordje (niet cool, wel handig) blijft mijn achterwerk moddervrij.


De fitnessfiets is een voor mij onbegrijpelijk product, waarover ik weinig heb te melden behalve dat die wordt gebruikt door een comfortgerichte sportieve tourfietser. In mijn ogen niet cool en gezien het rechte stuur ook niet prettig.


Wat adviseer ik Michel nu? Mijn voorkeur gaat uit naar een racer en  eigenlijk ook weer niet. Mijn droomfiets van Kona is een Jake the Snake. Het is namelijk een ULTRA cool vormgegeven veldfiets. Een veldfiets is een racefiets voor in de blubber, of in het veld. Dat houdt in dat de fiets een racestuur heeft, maar ook noppenbanden, echter de noppenbanden zijn in tegenstelling tot die van de mountainbike aanzienlijk dunner. De banden kunnen vervangen worden door gladde banden. De remmen zijn niet zoals die op een racefiets, maar meer zoals die op een mountainbike, zodat de blubber er niet in vastloopt. Voordeel van deze remmen is dat ze makkelijk schoon te houden zijn. Verder is hij niet zo licht en supersnel gebouwd als een racefiets waarmee een finish bergop gewonnen dient te worden, maar het is leuk meekomen met een groepje fietsers.


De Jake the Snake is een duurdere fiets, maar gelukkig is hij niet de enige in zijn familie: er is ook de Jake, die wat goedkoper is en in Michels prijsklasse valt. Om te kijken wat de smaak van Michel is en om zeker te weten dat hij voor een Kona kan vallen, vraag ik hem om op de site van Kona, zonder enige kennis van fietsen, maar puur op uiterlijk en het verhaaltje wat erbij staat,  te kijken naar een aantal modellen die hem aanstaan.


De volgende modellen vormden zijn lijst: PhD, Super Dew, Zing de Luxe en de Jake. De eerste twee zijn van die fietsen met een recht stuur, ze zijn gemaakt om snel en sportief door de stad te fietsen. Een recht stuur heeft ten opzichte van een racestuur bepaalde nadelen, of beter gezegd een racestuur heeft voordelen. Door de vorm zijn er veel verschillende handposities mogelijk. Op een rit van twee uur of meer maakt dat veel uit. Daarbij kan met een enorme snelheid of met tegenwind er dieper in de beugels gezeten worden, ook dit maakt uit. Een recht stuur heeft handvatten en daar horen de handen en eigenlijk is dit een zeer statische positie. Daarbij gaf Michel aan ook met racers mee te willen fietsen en een recht stuur tussen de racers … ik ben er niet voor.


De Zing de Luxe is absoluut een leuke racer van Kona. Het is een aluframe en de voorvork is van carbon, wat op een stijf aluframe geen overbodige luxe is. Met die harde dunnen bandjes op een racefiets komt elke hobbel hard door en deze voorvork dempt een beetje. De onderdelen zijn gemixt: er zit Shimano 105 op, Ultegra en verder de remhoeven van een of ander merk. Mooie Mavic wielen en Selle Italia- zadel maken de fiets af. Een absoluut nadeel is dat in de 2010 uitvoering Kona helaas van het leuke “ouderwetse” ontwerp is afgestapt en nu ook met grote letters op een oversized frame werkt. Jammer. Daarbij is de Zing de Luxe boven  de prijsklasse van Michel. Hij doet er prijstechnisch dan ook beter aan te kijken naar de Zing. Echter deze is aanzienlijk minder afgemonteerd, namelijk Sora en op de wielen is ook flink bezuinigd.


Omdat Michel ook de Jake op zijn lijst had staan en deze mijn voorkeur verdient, zijn we naar Kaptein in Amsterdam gegaan om daar de Jake te bekijken en te testen. Na een proefrit kwam Michel grijnzend binnen en dacht de fiets van zijn leven te hebben gevonden. De prijs was goed en hij leerde al snel dat hij door er gladde banden op te zetten ook met ons, “racers” , mee zou kunnen rijden. Ondanks het feit dat hij bijzonder enthousiast was, heeft hij zich door mij over laten halen om ook eens een echte racefiets te proberen. In zijn prijsklasse en maat stond er in de winkel een Focus Variado. Een Duits merk dat goed uit de testen komt. Het model  - wat meer race dan de Jake van Kona - is afgemonteerd met Tiagra en is in zowel tripple als compact uitvoering te verkrijgen. Een rit op deze fiets bracht Michel enigszins uit balans: hij begreep nu, wat het is om op een meer rigide raceframe te rijden en aan te zetten en weg te schieten. Hij besloot hierna nog even na te denken over de keuze. Belangrijk voor hem is het uiterlijk en de mogelijkheden voor zowel het stadsverkeer als het kilometers maken en eventueel een ritje in het bos.


Ik moet toegeven dat mocht ik een vierde fiets kopen voor mezelf dat ik graag de Jake the Snake wil. Ik vind de fiets stoer en ik wil ook wel eens lekker door de blubber. Een mountainbike is niet mijn cup of tea en een veldfiets kan mij precies die spannende uitdaging brengen die ik zoek. Als ik kijk naar de afgelopen winter weet ik zeker dat ik met de Jake al eerder de weg op had gekund.


Wat betreft de keuze van Michel ..... more will be revealed.

Wednesday, April 7, 2010

7 april, nationale feestdag

Wielrennen is misschien wel de enige sport waar oude mannetjes de jonkies kunnen overtreffen. Je ziet het wel eens bij een koers … die hele jonkies, zo fris en vers als het maar kan, nog nul ervaring en nog niet kunnen doseren. Stevig doortrappend en aan het eind volledig stuk. Gevolg: als laatste binnenkomen. Fietsen is veel meer dan alleen maar hard kunnen rijden.


Langzaam aan leer ik wat meer. Zo kon ik pas niet meekomen met een groepje en werd mij verteld dat ik erop moest letten, hoe hard de groep de bochten in ging en dat ik moest zorgen dat ik het sneller deed. Wie niet snel is, moet slim zijn: door de bochten sneller te nemen, reed ik het gat weer dicht, sterker  nog … binnen no time reed ik vooraan!


In een groepje rijden en stoer willen doen is nog zoiets, waarom zou ik als net beginnende vrouwelijke fietser perse aan kop willen rijden terwijl ik met een ploegje kerels rijd. Dat is niet logisch. Wel logisch is het om mijn krachten te sparen en bij iemand in het wiel te rijden. Met een beetje mazzel kan ik aan het eind nog wat aanzetten en even patseren. Maar meestal zal het zijn dat ik het eind haal en gewoon moe ben en opgelucht erken dat ik goed gereden heb om vervolgens in de trein terug te zitten knikkebollen.


Vorig jaar reed ik met mijn fietsvriendin, Mira, en we werden ingehaald door een stel mannetjes, in van die vaal- en slapgewassen oude wielerkleding, op wat oudere fietsjes, grijze haren onder de gedateerde helmpjes. Gewoon oude mannetjes, dus. Nou, ik werd royaal in mijn ego gegrepen, hoor. Ingehaald? Door oude mannetjes? En ik zette aan en haalde ze alsnog in, binnenno time werd de afstand tussen hen en ons groter en had ik de eer dat ik sneller was dan de oude mannetjes. Ik had wel mazzel dat ze links af sloegen, want ik was kapot en moest echt even rustiger rijden om bij te komen. Verspilde energie!


Ode aan de oude mannetjes! Het is niet het ouderwetse wielershirt, of die zilvergrijze haren, het soort praatjes of die oude fietsjes. Het zijn de kuiten die de waarheid vertellen: de kuiten zijn het, waar mijn waardeoordeel over dient te gaan. Dat die kuiten zo droog zijn, zonder vet, zichtbare aders en dat ik de spieren zie bewegen, is geen kwestie van ouderdom. Die kuiten zijn zo omdat ze al jaren lang kilometer na kilometer opvreten. Uur na uur, dag na dag, klim na klim, wind tegen, wind mee, lange rechte wegen en maar trappen. Die kuiten hebben meer jaren op de fiets gehad, dan ik op aarde ben. Die kuiten hoeven niet meer met een stemverheffing te spreken, want zodra wij jonkies ze zien, rest ons niets dan een respectvol zwijgen.


Het zijn deze kuiten die mij gisteren hebben gered. Na een lange intensieve rit kreeg ik - terwijl ik al bijna op was - de wind van voren. Ik stond zowat stil. De moed zonk ver in de fietsschoenen, nog 15 km met deze wind, ik kwam zo nooit meer thuis. Toen werd ik ingehaald en met een vriendelijk stem zegt het oude mannetje dat ik bij hem in het wiel kan. Ik ben door hem zowaar helemaal terug naar Amsterdam gereden. In mijn eentje was dat me niet zo mooi afgegaan.


Niet alleen had dit oude mannetje de ervaring die hem vertelde hoe te doseren om zichzelf niet stuk te rijden. Ook had hij, door dagelijkse training vanaf zijn pubertijd en jaren koersen, de ervaring en kracht om die wind rustig aan te pakken. Maar vooral had hij het vertrouwen in zichzelf, wat nodig is om het ego los te laten en in plaats van aan mij te laten zien hoe sterk hij wel niet was, nam hij me mee in het wiel. Het klinkt misschien niet zo stoer dat ik in het wiel van een oud mannetje naar huis ben gereden. Maar iedereen die met regelmaat op de fiets zit, weet dat hoe grijzer het haar, hoe taaier de fietser.


Ik roep vandaag dan ook uit tot de nationale-oude-mannetjes-op-de-fiets-dag en vanaf nu moeten we jaarlijks op deze dag stilstaan bij het feit dat deze oude mannetjes héél, maar dan ook héél stoer zijn!
7 april, de nationale-oude-mannetjes-op-de-fiets-dag!

Tuesday, April 6, 2010

Spiegel

De wegen zijn nu al weer een tijdje begaanbaar en gelukkig zijn de donkere dagen op de Tacx voorbij. Het was een beetje een illusie die ik aan het kweken was op de Tacx. Met een wat hogere weerstand en lekker doortrappen met de gedachte dat ik King of the Road was, inmiddels... De eerste ritten op de weg hebben me dan ook flink op mijn nummer gezet: weerstand van en drukte op weg, wind, kou, concurrentie van een fietsmaat die fitter is, de Utrechtse heuvelrug met hobbels en bobbels … Ik heb echt een aantal keren gedacht dat het fietsen niet aan mij besteed was.


Ik rijd elke twee weken met een clubje waarmee ik deze zomer naar de Alpe ga en deze fietsers rijden allemaal een tandje harder dan ik en hebben duidelijk meer duurvermogen. Dat resulteert in een achter de groep bungelende Rose die zich afvraagt, waarom ze dit doet. Het is moeilijk om 30 man voorbij te zien rijden en niet mee te kunnen komen. Het is frustrerend, vooral gezien het SUST (Samen Uit Samen Thuis) principe. Ik sprak hierover met een andere fietsster en zij vertelde me dat zij vooral in zich zelf keert als er te hard gereden wordt en stug doortrapt ook al kan ze het niet bijhouden. Bij mij is het anders! In me groeit een enorme boosheid en verontwaardiging: hoe durven ze, ze weten toch dat …, ik geef toch aan dat het te hard gaat... Ik heb beelden van bidonnetjes die ik naar mensen gooi en hoe meer ik mij druk maak des te  moeilijker het wordt om het gat dicht te rijden … mijn hartslag gaat omhoog en mijn ademhaling wordt slordig en een bal van frustratie en woede belemmert me bijna verder te rijden. Als ik inmiddels weer bij de groep ben dankzij  een stoplicht, laat ik scheldend en beschuldigend weten dat het andermans gedrag mij niet vrolijk stemt.


Ik besef me dat dit een zeer sterke veroordeling is. Ik kies ervoor een ander de schuldige te maken van mijn fietsconditie. Tegelijkertijd weet ik dat - als er afspraken zijn gemaakt over het tempo - de groep zich daaraan dient te houden. Belangrijker is dat ik heel goed in de gaten heb, dat het merendeel van dit drama veroorzaakt wordt in mijn hoofd. Gedeeltelijk is het angst om stuk te gaan;  iedereen die dat wel eens heeft meegemaakt, wil dat niet nog een keer. Het is mijn trots, ik vind het niet leuk om de “zwakste schakel” te zijn. Het is ook die eenzaamheid die fietsen soms met zich meebrengt. Het rijden vindt wel plaats in een groep, maar feitelijk gaat het alleen om de weerstand van mijn ketting, om mijn benen en mijn eigenste ik. De rest is gewoon weerstandverlaging, tenminste als ik ergens in het wiel rijd. Ik leg mijn lat hoog en vergelijk mezelf met mensen die al heel wat méér kilometers in de benen hebben. Ja, dan wordt zo’n rit inderdaad een strijd. Achteraf vind ik het vaak moeilijk om niet boos te zijn op de mensen die het tempo aangaven en na een nachtje slapen zie ik in dat het een fijne rit was.


Vandaag was het anders, ik heb een les geleerd... ik was een keer niet de traagste, sterker nog : ik kwam lekker mee, versnelde af en toe en als we wind tegen hadden, reageerde ik snel en dook in het wiel bij iemand die meer in zijn mars had dan ik. We hadden afgesproken bij het Kalfje aan de Amstel en het stukje vanaf mijn huis naar de afspraakplek heb ik gebruikt om even mijn benen wakker te maken, wat heftiger doorgereden zodat ik lekker warm aankwam. Toen we wegreden en één van ons te ver voor de groep reed, was ik in staat om aan te zetten en naar hem toe te rijden en te melden dat wij ergens ver achter hem reden. Na zo’n twintig minuten hoorde ik achter me iemand over zijn hoge hartslag en niet veel later kwam het verzoek rustiger te rijden... en het kwam niet van mij! Tijdens de rest van de rit is er nog vaker een verzoek tot lagere snelheid gekomen en ik moet eerlijk toegeven dat ik geen moment in de gaten heb gehad, hoe er achter mij gereden werd. Ik heb er niet op gelet. Ik was zo bezig met in het wiel blijven en door te rijden, met af en toe speels versnellen en wegrijden, meegezogen door de praatjes van degene naast me … kortom zo bezig met mijn eigen rit, dat ik geen idee had van de prestaties achter mij.



Ik besef me nu pas dat van die uit 30 personen tellende groep tweewielers zeker 8  net als ik hun focus op het overleven richtten. De overige 28 zaten anders in het vel of op het velg: òf ze hadden vleugels en waren druk bezig met simpelweg genieten van een mooie rit, òf ze reden gewoon lekker en hadden, gezien het feit dat hun benen nog lekker gingen geen inlevingsgevoel met anderen.


Met andere woorden: ik was vandaag  die fietser die ik op andere ritten vervloek. Met die ritjes rijdt er altijd wel iemand  mee die wèl in staat is om en een lekkere rit te rijden en tegelijkertijd te letten op elke fietser in de groep. Hij is niet de norm, het is vrij uitzonderlijk. Ook ik zal nooit de norm kunnen zijn, want als ik fiets, denk ik niet aan de ander en koester ik zelfs wrok tegen mensen die sterker zijn dan ik.


De les voor mij ligt in de mensen op wie ik boos ben, omdat ze mij niet zien en ontzien. Dezelfde mens en fietser zien als die ik in mijzelf zie. En een hoog doel kan zijn, een meer sociale fietser te worden, zodat als ik wat sterker ben, ik net zoals die ene fietser kan letten op de hele groep en even iemand op kan halen die zelf het gat niet meer dicht kan rijden.


Wie zei dat fietsen alleen maar sporten was? Voor mij is het ook persoonlijke ontwikkeling en groei.


Sunday, April 4, 2010

PISSEI by Andrea TAFI

Ik twitterde direct de link. Mijn tweet werd beantwoord met uiteenlopende reacties. Zo was er iemand die het Italiaanse meuk noemde. Ach, over smaak valt niet te twisten. Een ander kijkt, waar het te koop is. Wat gezegd mag worden: deze kleding roept emotie op. Mijn mening? Supercool! Mooie kleuren, goed contrast, sterk gebruik van typografie en  dat hartje … ik ben verkocht. Maar met mooie kleding alleen kom ik de Alpe niet op! Hoe zit het met de kwaliteit? Een merk moet van goede huize komen om tussen mij en mijn Assos of RH+ te komen. Ik ga op onderzoek uit!


De site vertelt mij dat “Pissei by Andrea Tafi” vooruitstrevende en duurzame technische materialen gebruikt. Maar tot mijn grote schrik zie ik dat er bij de zemen staat “Het specifieke mannelijk model is perfect anatomisch aangepast voor ritten van meer dan 5 of 6 uren.”  Verwarring.... het bedrijf maakt zemen voor mannen en vrouwen en is alleen de zeem voor mannen voor lange ritten? Nou ja! Dat is toch onzin, alsof vrouwen nooit lange ritten maken, wat is dit voor een testosteron-merk?  Verontwaardigd neem ik contact op met Tafi Cyclingwear in België om eens wat meer hierover te weten te komen.


Allereerst bleek uit mijn gesprek met Hedwig Piens van Tafi Cyclingwear dat het niet vreemd is dat ik het merk nog niet ken: het is inderdaad the new kid on the block in de wereld van fietskleding, alhoewel het merk tegelijkertijd één van de oud gediende is. In Italië wordt het merk al sinds de jaren ‘70 verkocht en door een aantal veranderingen binnen het bedrijf is er een stroomversnelling ontstaan in de expansieve marketing: een in januari gepresenteerde nieuwe collectie, speciaal ontworpen voor de Belgische en Nederlandse markt. Dus het is niet vreemd dat dit Italiaanse label mij als oer-Hollandse weet te raken. En ik ben niet de enige. Op de beurs in Kortrijk was de presentatie volgens Hedwig een knaller. Razend enthousiast was het publiek. Nu is de aanpak wel groots geweest, met Italiaanse sfeer, modeshows en zelfs een bezoek van de Belgische minister president. Het resultaat is gigantisch: het merk vliegt in no time de deur uit bij de op kwaliteit gerichte winkels in België.


De collectie is onderverdeeld in drie sub collecties; Linia Fiandre, Linia Roubaix en de Limited Edition. Van deze drie lijnen is de Roubaix de simpelste uitvoering en de Limited is het meest exclusief. De basis van het product is de kwaliteit van het merk zoals het altijd is geweest: de Italiaanse materiaalkennis. Het verschil tussen de drie lijnen zit ‘m in het gebruik van stoffen en de afwerking in de naden. Zo bestaat het shirt van de Roubaix  uit één stof en in de Fiandre zijn twee stoffen toegepast.

De Limited edition  heeft een heren-  èn een damesversie, maar de kleine maten van de andere collecties zijn ook draagbaar voor vrouwen, al is de zeem dan een herenzeem. Een echte dameslijn gaat nog komen, met een andere snit en look, een mouwloze top en een broek die net wat anders is. Tot die tijd moeten de dames het doen met de Limited uitvoering. Het leuke hiervan is de mogelijkheid te mixen en te matchen. Oftewel, de shirts en broeken passen qua vormgeving bij elkaar en een gele top combineert goed met een zwarte broek. Bij deze uitvoering zijn ook handschoentjes en die typisch Belgische oversokjes te verkrijgen.


Tafi is nu nog maar beperkt te verkrijgen in Nederland: de enige winkel die het verkoopt is Dalla Collina cycling in Maarsbergen. Komend jaar zal het dealernet zich hier uitbreiden. Het Belgische bedrijf bereidt zich nu voor op de Nederlandse markt en zal zich onder meer presenteren op de Bikemotion van 2010. Tafi richt zich met name op dealers die bekend staan om een wat meer exclusieve en kwalitatief hoge productstrategie. Tafi Cyclingwear is een merk dat exclusief wil blijven en niet zomaar op elke hoek van de straat wil hangen. Wel wil het een merk zijn dat, net als de wielersport zelf, toegankelijk is voor iedereen. Ondanks het gewenste exclusieve karakter is de kleding betaalbaar: zo kost een broek met bretels van de Limited Edition 95€, een aanlokkelijk bedrag voor de fietser die iets aparts zoekt.


Wat betreft die dameszeem: deze is van hetzelfde materiaal als de herenzeem, dus wat de site zegt over de zeem -  geschikt is voor lange uren op de fiets -  geldt ook voor de broek voor mij. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat ik nog niet de kans heb gehad om dit daadwerkelijk te proberen. Maar ik wil dit zeker doen. Ik ga binnenkort damesbroeken testen en ik wil dit merk meenemen in dit  experiment.

Tot die tijd vergaap ik me aan de esthetisch verantwoorde kleding met aantrekkelijk schreeuwerig Italiaans karakter en hoop ik dat het snel toegankelijk wordt voor de Nederlandse fietser.